Ze duiken bij tijd en wijle op: de lijstjes met hoeveel een kunstenaar verdient in vergelijking met Mark Rutte of een ceo van een groot bedrijf. In een van de recente publicaties van het platform BK Dit zijn onze helden, lieten ze een grafiek zien van die inkomensongelijkheid die zeker in tijden van corona met alle culturele werklozen als schokkend ervaren kan worden: ‘Waarom staan we toe dat een kleine groep mensen meer geld krijgt dan ze ooit kan besteden, terwijl een groeiende groep Nederlanders het hoofd nauwelijks boven water kan houden?’
Het platform BK gaat verder: ‘Om iedereen – en vooral onze beleidsmakers – eraan te herinneren dat de welvaart in Nederland oneerlijk wordt verdeeld. Heel veel mensen weten dit al lang, maar toch blijven de verhoudingen scheef. Misschien omdat we er langzaamaan aan gewend raken; als de vloer scheef is, ga je zelf ook een beetje scheef lopen, dan lijkt het net alsof het recht is. Maar dat is het niet. De waarde die mensen aan de samenleving toevoegen via het werk dat ze doen, staat te vaak niet in verhouding tot de beloning die ze daarvoor krijgen. Zowel aan de onder- als de bovenkant.’
De inkomenspositie volgens Dit zijn onze helden:
Vanzelfsprekend leveren dergelijke grafieken verontwaardigde reacties op uit de cultuursector; kunst wordt maatschappelijk en politiek niet (meer) gewaardeerd en dat komt des te schrijnender aan het licht door het coronavirus. Pas toen het argument gebruikt werd dat cultuur meer bijdraagt aan de economie dan een luchtvaartsector, kreeg de sector wat momentum. Terecht, want het leven zonder kunst blijkt zeker in quarantainetijden ‘geestdodend’. De consument snakt naar film, theater, dans, tentoonstellingen, concerten, opera etc.
Inkomensongelijkheid in de cultuursector
Voor de buitenwereld vormt de cultuursector één front, maar zoals schrijver K. Schippers al schreef: ‘Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is’. Want net als in de wereld buiten de cultuur (noem het kapitalisme), zie je in de cultuursector zelf ook een enorme betalingskloof tussen makers en ‘het pluche’. Alleen kun je over dat taboe niet praten zonder als verrader gezien te worden. Niemand die het nest bevuilt. Als je al alarm slaat over misstanden, dan gaat je carrière als acteur, muzikant, zanger of danser eraan. Dat hebben we gezien in metoo-affaires in het theater, de orkestwereld etc. Wie afhankelijk is van werk, zwijgt.
Zo wordt er al decennialang in de wandelgangen gemopperd over de lage betalingen van medewerkers in de kunsten, van makers van kunst. Aan de structurele onderbetaling lijkt (eindelijk) een eind te komen door codes cultural governance en principes als fair pay en fair practice. Het zijn nu voorwaarden geworden bij subsidieaanvragen; betalen we kunstenaars, technici en pr-medewerkers, productiemedewerkers etc naar behoren? Of laten we jonge acteurs, dansers, zangers en musici optreden op Uitmarkten voor een treinkaartje, een koffiebon en een hand van de directeur?
Nu het moet van overheden en fondsen, en organisaties dus meer geld kwijt zijn aan honoraria, klagen cultuurorganisaties ‘hardop’ dat ze dat het uit eigen zak moeten betalen terwijl de budgetten niet stijgen. Op Linkedin verscheen laatste een bericht van de directeur van de Museumvereniging, dat die fair practice onbetaalbaar was (er kwam geen extra geld bij). Ze stelde voor de fair practice los te laten om de begroting op orde te kunnen houden.
Grootverdieners in de cultuursector*
En dan slaat bij het chronische geldgebrek ook nog het coronavirus toe. Bijna niemand in de cultuursector heeft nog (freelance) werk of uitzicht op werk in de nabije toekomst. Fair practice is een wensdroom uit het verleden. We roeptoeteren met z’n allen dat de grootverdieners als KLM of Booking moeten inleveren. We mopperen nog harder over het uitbundige salaris van Matthijs van Nieuwkerk. Geen beweging.
Er zijn ook organisaties die vrijwillig de salarissen van ceo’s verlagen (de ceo van Ford levert op eigen initiatief zelfs de helft van zijn loon in) en ook een handjevol topvoetballers levert vrijwillig in op hun, toegegeven, giga-salaris. We honen hen op sociale media natuurlijk wel weg want als je zo veel verdient maakt het toch niet uit.
Stapelen
Toch is er een groep in de cultuursector zonder ‘hypotheekzorgen’; de directeuren. Menigeen houdt aan het eind van het jaar meer over dan Mark Rutte. Daarom hebben we een quickscan* gedaan in een aantal openbare jaarverslagen. Hoewel de openbaarheid ervan verplicht is, is niet elke instelling even transparant. Zo komen we niet te weten wat Jan Raes van het Concertgebouw verdient, publiceren het Holland Dance Festival, het Literatuurmuseum en het Scapino Ballet niets over hun ‘topfunctionarissen’ (al verdiende Holland Dance Festival- directeur Samuel Wuersten bij Codarts in 2018 ruim 79.000 euro voor een o,6 FTE-aanstelling en was hij naast het Holland Dance Festival ook werkzaam als artistiek directeur van Bachelor Contemporary Dance in Zürich).
Van festivals als Oerol is geen (gedetailleerd) financieel jaarverslag terug te lezen. Het Kunstmuseum (voormalig Gemeentemuseum) noteert over de honoraria van de beide directeuren Benno Tempel en Hans Buurman, niet anders dan dat ze voldoen aan de Wet Normering Topinkomens (WNT), in de volksmond de Balkenende-norm van 187.000. Het jaarverslag van Theater Rotterdam vermeldt dat ze de ‘Directie Theater Rotterdam’ 175.000 (2019) uitbetalen.
Een greep uit de jaarverslagen (misschien handig om te weten dat het bruto modale inkomen van de Nederlander in 2018 lag op 34.500 euro):
Verdiensten directeuren cultuursector in euro’s (2018)
Persoon, instelling |
Salaris |
Jaar |
Eric de Vroedt, Nationale Theater |
109.840 |
2019 |
Maarten van Boven, Muziekgebouw aan het IJ |
111.534 |
2018 |
Cees de Graaff, Dutch Culture |
112.249 |
2018 |
Siebe Weide, Museumvereniging |
117.088 |
2018 |
Paul Lightfoot, Nederlands Dans Theater |
118.041 |
2018 |
Bero Beyer, Internationaal Film Festival R’dam |
130.754 |
2018 |
Sven Arne Tepl, Residentie Orkest |
131.290 |
2018 |
Laurentine Pels Rijcken, Paradiso |
133.399 |
2018 |
Mark Minkman, Paradiso |
133.399 |
2018 |
Tiziano Perez, Letterenfonds |
134.000 |
2019 |
Sandra den Hamer, Eye Filmmuseum Amsterdam |
134.878 |
2018 |
Gea Zantinge, Concertgebouw |
137.030 |
2018 |
Cees Debets, Nationale Theater |
142.906 |
2019 |
Lidy Klein Gunnewiek, Nationale Theater |
143.746 |
2019 |
Annet Lekkerkerker, Holland Festival |
144.978 |
2018 |
Henriette Post, Fonds Podiumkunsten |
148.143 |
2019 |
Janine Dijkmeijer, Nederlands Dans Theater |
148.317 |
2018 |
Bert Verveld, Amsterdam Hogeschool Kunsten |
151.192 |
2018 |
Henk Scholten, Zuiderstrandtheater |
151.651 |
2018 |
Marieke Schoenmakers, Academie BK Den Haag |
152.927 |
2018 |
George Wiegel, Rotterdams Philharmonisch Orkest |
159.645 |
2018 |
Ted Brandsen, Nationale Ballet |
163.104 |
2019 |
Emily Ansenk, Kunsthal Rotterdam |
165.839 |
2018 |
Simon Reinink, Concertgebouw |
167.202 |
2018 |
Ivo van Hove, Internationaal Theater Amsterdam |
167.345 |
2018 |
Dianne Zuidema, Internationaal Theater Amsterdam |
170.473 |
2018 |
Emilie Gordenker, Mauritshuis |
178.426 |
2018 |
Andreas Blühm, Groninger Museum |
179.776 |
2018 |
Els van der Plas, Nationale Ballet & Opera |
184.758 |
2019 |
Taco Dibbits, Rijksmuseum |
186.096 |
2018 |
Erik van Ginkel, Rijksmuseum |
186.428 |
2018 |
Jan Willem Sieburgh, Stedelijk Museum A’dam |
187.000 |
2018 |
Sophie de Lint, Nationale Ballet & Opera |
193.737 |
2019 |
Onder deze lijst schuilt iets dat lijkt op het kapitalisme van organisaties als KLM of Booking: de top verdient zo veel meer dan de vloer. De remmende factor in het kapitalisme van de cultuursector is uiteraard een overheid, aangezien de meeste kunst niet kan zonder een overheidsinfuus. Je kunt je 2 dingen afvragen: laat de overheid toe dat er zo’n enorme kloof ligt tussen inkomsten van directeuren en de werkvloer? En het tweede is nu het alle hens aan dek is: doen directies zelf de geste om, uit solidariteit met alle werkloze of werkloos wordende medewerkers en kunstenaars, aan salarisverlaging te gaan doen? Opvallend genoeg is het eigen initiatief nog niet aanwezig in de cultuursector. We eisen het wel van anderen maar niet van ‘onszelf’.
De positie van kunstenaars en makers zal door het coronavirus nog meer onder druk komen te staan als de boel weer een beetje op gang komt. Het argument ‘van bovenaf’ dat er nu echt helemaal geen budget meer is voor kunstmakers, zal de komende jaren weer hardop gaan klinken. Maar de ‘elite’ zorgt goed voor zichzelf.