Van de 1910 ZZP’ers die in 2019 nog achter de schermen van de podiumkunsten werkten, zijn er in 2022 nog maar 1090 over. Wat we dus vermoedden, blijkt waar: technici zijn het dak op gegaan om zonnepanelen aan te leggen en warmtepompen te installeren, publiekswerkers vonden een bestemming in de zorg. Hoewel de Cultuurmonitor die migratie niet vastlegt, is duidelijk dat de editie van dit jaar goed laat zien hoe hard de Coronapandemie heeft toegeslagen in de cultuursector.
Boekman, de met flink wat overheidsmiljoenen gedoteerde stichting die cijfers en feiten verzamelt over de cultuursector, meldt in een persbericht vandaag dat – ondanks de afname van het aantal ZZP’ers achter de schermen – het aantal ZZP’ers en andere flexwerkers in de hele sector tijdens de lockdownjaren 2020 en 2021 juist met 8000 toenam, van 141.860 naar 149.830. Die groei lijkt met name toe te schrijven aan de deelsector creatieve zakelijke dienstverlening (met bijvoorbeeld industrieel designers en architecten).
Hoewel het complete overzicht vanaf 31 januari online te vinden is, wordt nu al duidelijk hoezeer de creatieve sector in Nederland verdeeld lijkt in een economisch sterk deel (industrieel designers en architecten) en een sterk van de conjunctuur afhankelijk deel (alles wat met kunst te maken heeft). Dit is best belangrijk voor de onderlinge solidariteit binnen de Creatieve Coalitie, waar de twee uitersten van het economische spectrum in verzameld zijn.
Gelukkig geen index
De cijfers worden op 31 januari gepresenteerd, en zijn als altijd nog wel een beetje omstreden. Er moeten immers nogal wat appels en peren worden vergeleken, waardoor het gemiddelde dat eruit komt bij iedere extra dataset die eraan wordt toegevoegd, minder gaat zeggen. Gelukkig is Boekman afgestapt van de Cultuurindex, die daadwerkelijk een cijfer gaf aan de sector.
Wat uit bovenstaande in ieder geval wel blijkt, is dat afzonderlijke ontwikkelingen veel aanleiding kunnen zijn voor verdere actie. Die duivel zit dus in de details. Duiding, niet altijd het sterkste punt van Boekman, is dus essentieel. Mogelijk zullen we hier woensdag verder op ingaan. (de bijeenkomst waarop de monitor wordt gepresenteerd is al vol, dus we zullen het doen met het online gebeuren.)
Zeeland
Een ander detail waar Boekman mee zit, is het ontbreken van data over diversiteit en inclusie, ofwel: hoeveel mensen met lichamelijke, economische of geestelijke uitdagingen en mensen met een andere culturele achtergrond en huidskleur nu werkelijk aan het werk zijn in de sector. Die cijfers kunnen wegens duidelijke redenen natuurlijk ook niet in detail worden vastgelegd, en over het verleden zijn ze er ook niet.
Bovendien is het verzamelen van cijfers niet altijd vlekkeloos gegaan. Bij het onderzoek naar de cultuurmonitor voor de provincie Zeeland deed bijvoorbeeld de hele podiumkunstsector niet mee. Dat kwam door een combinatie van factoren, maar lag ook aan een gebrek aan inzicht bij de onderzoekers. Vraag wordt dus, voor de genodigden morgen, om uit te zoeken hoe de nieuwe codes in de volgende monitor van betekenis kunnen worden voorzien.