Wie uit nieuwsgierigheid onderzoek wil doen, moet vooral niet bij de overheid aankloppen voor geld. Of je nu wetenschapper bent of kunstenaar: in Den Haag wil men graag dat je van tevoren al weet wat je gaat vinden en wat dat gaat opleveren. Anoek Nuyens, die furore maakt met haar voorstelling ‘De Zaak Shell’, kon daarom een volgende voorstelling over Tata Steel niet met overheidsgeld voorbereiden: subsidie was alleen mogelijk als ze binnen een vastgestelde termijn ook tot een product met voorspelbaar publiek kon komen.
Ze kan nu dankzij particuliere geldschieters drie jaar lang onderzoek doen zonder dat daar direct een voorstelling uit voortkomt. Dat is een luxe waar ook de wetenschap naar smacht. Alle reden dus om wetenschap en kunst weer meer als gelijken te behandelen, betoogde Marleen Stikker dan ook op het symposium Kiezen voor Kunstenaars in het Amsterdamse Trippenhuis.
Relaxed symposium
De kunstsector smacht naar vrijheid en rust. Zoveel werd duidelijk. Zelden een zo relaxed symposium meegemaakt. Vermoedelijk kwam dat door de aanleiding: de pensionering van Marianne Versteegh, oprichter en al 31 jaar de drijvende kracht achter Kunsten ’92. Uitzicht op rust in een gebouw dat sinds de laatste verbouwing nog meer oogt als een crematorium dan eerder. Het Trippenhuis, midden op de Amsterdamse Wallen, bood een middag lang ruimte voor reflectie en resonantie, en gedurende de middag daalde een gevoel van gemis in op de verzamelde cultuurbobo’s.
Dat gemis betrof dan niet zozeer Marianne Versteegh, die gelukkig nog volop aanwezig was, maar vrijheid. In de afgelopen decennia hebben opeenvolgende (neo)liberale kabinetten gezorgd voor een steeds dichter oerwoud aan regelgeving, zeker voor mensen die gemeenschapsgeld voor mooie dingen willen inzetten. Creativiteit, nodig voor veel meer dan alleen de kunsten, gedijt niet bij de administratieve druk die subsidie nu met zich meebrengt.
AOW-leeftijd verlagen?
Iedereen – niet alleen de kunstenaars, zoals in Ierland – een basisinkomen? De kunstenbond riep vanuit de zaal nog dat dat simpel kan door de AOW-leeftijd te verlagen van 67 naar 18 jaar, waarna alle toeslagen, uitkeringen en kortingen kunnen worden afgeschaft, maar bij Kunsten ’92 weten ze als geen ander dat simpele oplossingen in Den Haag niet werken.
Die belangenkoepel is de personificatie van het poldermodel in de kunsten, waar 130 belangenorganisaties nog steeds de dienst uit willen maken en het dus zelden eens zijn. Hoe noodzakelijk het poldermodel de komende decennia ook zal blijken om Nederlandse voeten droog te houden, het is bijzonder stroperig. Hoe zorgen we er bijvoorbeeld voor dat de kunsten er niet meer ieder jaar een nieuwe code bij krijgen? Er wordt immers niet echt op gehandhaafd omdat de subsidiecommissies, die ook weer uit kunstenaars bestaan, wel iets beters te doen hebben dan elkaar te controleren op fatsoenlijk gedrag. En het gaat bij fair practice, governance, diversiteit en duurzaamheid natuurlijk gewoon om fatsoen. Iets wat je volgens een prominent CDA’er gewoon moet doen.
Uitbuiting
De huidige staatssecretaris heeft in haar uitgangspuntennota, die vandaag behandeld wordt in de Kamer, uitgesproken dat de sector even rust nodig heeft. Daar was in het Trippenhuis iedereen blij mee. Opvallend genoeg was men ook soort van blij met de aankondiging dat een fatsoenlijke omgang met personeel ook zou kunnen leiden tot minder productiedwang. Want het is die tomeloze productiedwang die er bijvoorbeeld bij orkesten toe heeft geleid dat afnemende budgetten tot nu toe op het slechtst beschermde deel van het personeel zijn afgewenteld: de tijdelijke krachten. Lange tijd mocht een korting op de subsidie niet leiden tot minder kunst, en dus leidde die korting tot slechtere betaling van kunstenaars.
De titel van het symposium was daarom goed gekozen: Nederland moet kiezen voor kunstenaars. Want als je alleen kiest voor kunst, richt je je alleen op het resultaat, zonder oog voor hoe dat tot stand komt.
Die keuze leidt tot uitbuiting van mensen.