Martijn Blekendaal (De man die achter de horizon keek) is niet bang om jonge kijkers uit te dagen. Daarom was het ook fijn om zijn jeugddocumentaire The Invisible Ones nu eens niet als persvoorstelling te zien, maar afgelopen zondag bij de première in het Ketelhuis in Amsterdam, waar ook veel jong publiek was. Dat na afloop ook veel vragen stelde aan de regisseur.
Die onzichtbaren, om het even kort samen te vatten, zijn kinderen die ooit onzichtbaar wilden zijn. Uit schaamte bijvoorbeeld, of omdat ze in de Tweede Wereldoorlog moesten onderduiken. Een van hen, nu een opgewekte oude heer die bij de première aanwezig is, werd doodsbang als hij door de kieren van zijn schuilplaats Duitse soldaten zag. Hij heeft nog steeds kierenangst. En al die verhalen horend, bedacht Blekendaal dat er best een superheld zou mogen zijn om die onzichtbare kinderen te helpen.
Blekendaal heeft zeven jaar aan de film gewerkt, en onderweg veel getwijfeld over de richting, maar juist doordat hij er zoveel ideeën in heeft gestopt is het een waar feest van verbeelding geworden, met vaak verrassende beelden. En zo opgezet dat de kinderen dat avontuur van het maken ook meemaken.
‘Jij hoort hier niet!’
Mooi ook dat hij begint een herinnering uit zijn eigen jeugd. Als gekleurd jongetje op een witte school kreeg hij van zijn klasgenootjes te horen: ‘Jij hoort hier niet!’ Toen wilde hij zelf wel onzichtbaar zijn.
In de film vertelt hij in voice-over hoe dit was, en hoe hij nu deze film heeft gemaakt. Hij vertelt het alsof hij een kring kinderen om zich heen heeft die tegelijkertijd naar die film kijken. En zien hoe Blekendaal eerst Batman als voorbeeld wilde nemen, omdat die zo menselijk is, en hoe hij bedacht dat superhelden niet uit de ruimte hoeven te komen, maar gewoon al heel dichtbij kunnen zijn. En hoe hij dan met twee vrienden in een geheime kelder vol spannende spullen gaat proberen om zelf een onzichtbare superheld te maken.
Intussen verweeft hij de aansprekende verhalen van de kinderen (nu vaak volwassen) die onzichtbaar wilden zijn met beelden uit oude komedies en superheldenfilms. Je ziet hoe je ook met allerlei trucages iemand onzichtbaar kan maken. Blekendaal demonstreert dat je nog steeds onzichtbaar kan worden voor de filmcamera door een groen pak aan te trekken. Daar kwam na afloop natuurlijk een vraag over. Grappig dat Blekendaal dan moet bekennen het zelf eigenlijk ook niet precies te snappen.
Het is vermakelijk, nieuwsgierigmakend, en tegelijk heel serieus. Vooral de verhalen over wat sommige kinderen in oorlogstijd meemaakten maken merkbaar indruk. Een van de kinderen in de film wil ook nu nog onzichtbaar blijven. Hij vertelt over zijn moeilijke jeugd, met een vader die drugs gebruikte en klappen gaf. En zo zijn er nog veel meer verhalen. Er is een vluchteling die nu anderen wil helpen, er is een Palestijnse jongen die jarenlang een onzichtbaar leven leidde vanwege zijn geaardheid. En natuurlijk mevrouw Walvisch. Zij heeft nog altijd een hekel aan de kleur geel omdat dat de kleur van de Jodenster was. Zijn dat niet allemaal superhelden?
Hand op de schouder
Zo bekroop Blekendaal langzaam maar zeker het idee dat in iedereen een superheld kan schuilen. En om iemand te steunen kan een hand op de schouder al genoeg zijn, zoals hij prachtig illustreert met een scène uit Wim Wenders’ Wings of Desire. Hij neemt zijn jonge publiek (zeg maar van 8 tot 80) heel serieus, dat zie je duidelijk. Een superheld beschikt, zo is de conclusie, eigenlijk over heel gewone eigenschappen: verbeeldingskracht, behulpzaamheid, geduld, wilskracht of doorzettingsvermogen.
Als kers op de taart heeft Blekendaal nog een verrassende uitsmijter in petto. In de laatste scène zien we een putdeksel omhoog gaan. Een schaduw verraadt dat er een onzichtbare figuur uitklimt. Een superheld? Plots lijkt het alsof er iemand van achter tegen het filmdoek duwt. Gaat de superheld uitbreken? Meer zeg ik niet, maar er gebeurt iets in de zaal.
Na afloop merk ik dat het jonge publiek het heel mooi heeft gevonden, ook al was het een heel andere film dan ze doorgaans zien. Een jongen die ik even spreek merkt op dat hij vooraf had gehoord dat het een documentaire was en iets met superhelden. Daar had hij zich niets bij voor kunnen stellen. Maar wat hij nu gezien had vond hij prachtig.
Hier ligt dus nog een mooie uitdaging voor de theaters die The Invisible Ones deze herfst gaan vertonen. De jonge kijkers zullen na afloop onder de indruk zijn, maar hoe krijg je ze in de zaal? In ieder geval niet door het een ‘documentaire’ te noemen, want dan zullen veel kinderen denken: ‘saai’.