‘Als Paul zijn pink beweegt gebeurt er wat. Ze hebben een scène waarin Jochem een tekening maakt van Paul. Paul zit naakt te poseren. En dat duurt. Dat duurt lang. Jij en ik zouden dat als amateurs vullen met allerlei houdingen en bewegingen, maar Paul doet niks. Denk je. En er gebeurt van alles. HIj doet dus wel wat, maar het is bijna niet te ontdekken wat.’
Harm Lambers, directeur van het Utrechtse Theater Kikker, steekt zijn enthousiasme niet onder stoelen of banken. Dit keer geldt het Paul van der Laan en Jochem Stavenuiter, twee mimespelers die samen het legendarische mimegezelschap Bambie vormen. Ze waren uit elkaar, maar keerden vorig jaar terug op de planken met een gloednieuwe poging de onderlinge samenwerking opnieuw te beproeven, een herstart die ze niet voor niets Bambie Nul doopten.
Minifestival
Die voorstelling is in september weer te zien in Kikker Kiest. Dat is een minifestival waarin tussen 12 en 23 september de twee programmeurs van het Utrechtse theater, Jolie Vreeburg en Harm Lambers, hun favorieten van het afgelopen theaterseizoen nog eens langs laten komen. Een mooie kans voor de fans, een nog mooiere kans voor anderen om kennis te maken met het type theater dat er in zalen als Kikker is te zien.
Het verhaal van Bambie Nul is een aardige illustratie. De twee acteurs waren na ruim twee decennia samenwerking uit elkaar gegaan, maar wilden toch weer iets doen. Ze kregen een zaaltje ter beschikking in Amsterdam (Frascati) waarin ze hun oervorm konden terugvinden, zonder dat het tot een voorstelling hoefde te leiden. Dat werd het uiteindelijk wel.
Dak eraf
Harm Lambers zag de voorstelling, nodigde het tweetal uit voor een paar avonden in Kikker en het wonder geschiedde. Jolie Vreeburg: ‘Iedereen wilde het opeens zien, dus moesten we een dag extra boeken. Ze wilden ook per se in de kleine zaal, omdat ze de sfeer van de repetitieruimte wilden behouden. In de grote zaal zou het iets worden wat het volgens hen niet was. In de kleine zaal ging uiteindelijk het dak eraf. Een week lang.’ Harm Lambers zag nog meer: ‘Ik kwam er vandaan, met de gedachte dat dit een echte ode aan de mime was. De bodem van ambachtelijkheid bij die twee jongens is zo dik, dat je je van daaruit iedere inhoud kunt permitteren.’
‘Ambachtelijkheid’ is niet direct een term die associaties oproept met het soort makers dat rondtrekt langs de kleine zalen van Nederland, waarvan Kikker een van de belangrijkste is. Harm Lambers ziet dat anders. Vakmatig zit er veel ambacht in dit circuit, vertelt hij, maar het is de productionele kwaliteit waarin het vaak tekortschiet.
Jaren tachtig
‘Deze tijd lijkt voor mijn gevoel heel erg op de jaren tachtig van de vorige eeuw.’ Harm Lambers blikt terug op de tijd waarin theaters als Kikker ontstonden. ‘Toen een paar jaar geleden de bodem onder de ad hoc-subsidies [ref] eenmalige subsidies voor podiumkunstenaars die een enkel project willen maken. [/ref] wegviel, werden makers weer helemaal op zichzelf aangewezen. Dat was in de jaren tachtig niet anders. Veel theatergroepen organiseerden zelf een garage en noemden dat een theater. Je ziet dat nu ook weer. Zo’n club als De Theatertroep [ref]op 18 september te zien in Kikker Kiest [/ref] zou ook zo hebben kunnen werken in de jaren tachtig. Hoe ze dat allemaal met inkomen doen… Dat is dan vervolgens de vraag. Mensen organiseerden hun zakelijke beslommeringen zelf, en die bodem was niet heel erg dik. Dat gebeurde toen, dat gebeurt nu. En eigenlijk, als ik al een zorg heb, is het die productionele kwaliteit van clubs die zich zeven slagen in de rondte werken terwijl ze nauwelijks ondersteuning hebben, maar ook veel minder technische know-how hebben.’
‘We werken er nu wel hard aan om als theater die ondersteuning wel te bieden.’ vult Jolie Vreeburg aan. ‘Met een goede technicus, en begeleiding voor en na de voorstelling.’
150 toeschouwers per titel
Hoe zit dat met publiek? Loopt het een beetje, zo’n klein theater met twee kleine zalen en, ondanks het ambacht, ook veel experimenteel theater? Jolie Vreeburg is best tevreden over de belangstelling: ‘We hebben hier veel publiek, en dat is inderdaad veel jong publiek van de kunstvakopleidingen hier. Het publiek wordt wel groter. Maar we hebben dus ook weinig grijze duiven binnen en veel jonge honden.’
Lambers dringt aan op realisme. Het soort theater dat ik Kikker is te zien zal nooit massa’s trekken: ‘Begin er nou eens mee om te constateren dat theater een kleine niche is. Het is nog net geen opera. Daar gaan we vanuit hier niet zo snel wat aan veranderen. Dat is nou eenmaal zo. De bezoekcijfers zijn redelijk constant. elk jaar 20000 mensen voor 300 voorstellingen in de kleine en de grote zaal samen. Dat is niet aan het groeien. Hoe graag we ook zouden willen. Wat ik dit jaar voor het eerst heb gedaan, en wat ik veel eerder had moeten doen, is kijken naar hoeveel er per titel komen. Onze voorstellingen staan 2, 3 of 4 avonden. Dan komen we op ruim 150 mensen per titel. Gemiddeld. Dan vind ik niet slecht als je bedenkt dat daar dingen bij zitten waarvan je geen idee hebt wat je gaat krijgen. Zoiets als Bambie Nul.’
Blown away
Nu is Bambie wel een groep met een heel lange staat van dienst. In het festival Kikker Kiest zitten er nog meer: ’t Barre Land en Marien Jongerwaard kunnen we niet echt aanstormende jonkies noemen. In sommige gevallen zelfs ook de grijze duiven die dan weer niet in de zaal zitten. Die leeftijdsopbouw heeft ook te maken met de leeftijden van het programmerende team. Jolie Vreeburg is 35, Harm Lambers 60.
Vreeburg: ‘Het is niet zo dat wij het over alle voorstellingen allemaal de hele tijd altijd eens zijn. Sommige komen uit mijn koker, andere uit Harms koker. We denken ook niet dat er een spreiding op leeftijd moet zijn. Bij de meeste voorstellingen waren we het wel eens overigens. Bij ‘Untitled’ keken we elkaar direct aan: Blown away. Het is allemaal heel willekeurig en dat is juist zo leuk.’
Kloten
Lambers: ‘Wat dit jaar ontbreekt, is dans. Niet omdat we dat niet wilden, maar gewoon omdat er geen voorstellingen bij zaten die ons van onze stoel bliezen.’
Vreeburg: ‘Er was er 1, maar die kon niet hernomen worden.’
Lambers: ‘Maar dan zeggen we dus niet dat er minstens 1 dansvoorstelling bij moet zitten. Vorig jaar zat er jeugdtheater in. Er zit geen dramaturgie achter de keuze.’
Vreeburg: ‘Het is wel ons visitekaartje, want dat willekeurige is Kikker ook. Het drijft op enthousiasme.’
Lambers: ‘Het zijn voorstellingen met kloten. Voor ons moet een voorstelling dat eigenlijk altijd hebben. Het lukt niet altijd, maar als het lukt, is het waanzinnig. Dat hoeft niet te betekenen dat het om extreme vormen gaat, zoals bijvoorbeeld het punktheater van Marien Jongerwaard, maar Troje Trilogie zit er ook in, en dat is heel degelijk traditioneel theater. Een voorstelling als Untitled, 2017 van Nineties Productions is weer heel wat anders. Daar weet je echt niet waar je naar kijkt.’
Vreeburg: ‘Dat gaat over metamodernisme.’
Lambers: ‘En soms is het een freakshow.’
Vreeburg: ‘Ik zag opeens: dit gaat over hoe wij met elkaar omgaan. Hoe jongeren van nu zich voelen.’
Lambers: ‘Mij is het niet gelukt om daar woorden aan te geven. Maar ik ga nog een keer kijken en dan snap ik het.’
Maatschappelijk relevant
Hoe zit het eigenlijk met de maatschappelijke relevantie van al die voorstellingen? Daar is nogal wat over te doen, de laatste tijd. Veeburg: ‘Ik kan enorm genieten van het pure, fantastische acteren in de Troje Trilogie. Dat kan alles goed maken. Volpone ook, dat is een feestje. Ik vind het ook belangrijk dat een voorstelling en soort maatschappelijke impact heeft, maar het mag ook weleens gezegd worden dat het gewoon echt goed wordt gedaan.’
Lambers: ‘Er is we wat aan het veranderen. Heel lang is de dramaturg de baas geweest in de repetitieruimte. Ik denk wat jongere makers nu doen, en Jolie is er heel erg goed in om die mensen op te pikken, is echt zoeken naar de aansluiting met een publiek. Zelfs een onbegrijpelijke voorstelling als Untitled van Nineties communiceert constant. KIjk naar wat de Theatertroep doet. Daar is niets intellectueels aan, maar het is wel heel intelligent. Terwijl er ook heel mooi intellectueel theater gemaakt wordt. KIjk naar wat Abke Haring doet. Dat is een zeer oprecht theatermaakster. Dat is een voorstelling waarbij je je vinger er moeilijk achter krijgt.’
Nieuwe golf
In de jaren tachtig bloeide het kleine gezelschap, in de jaren negentig moest alles collectief. Deze eeuw stond de eerste tien jaar in het teken van de performer, de zelfstandige maker. Welke golf komt er nu aan?
Vreebrug: ‘Selfmade men en women die het zelf gaan uitzoeken en ergens in loods aan de slag gaan met wat volgens mij dan postdramatische collages zijn die wel echt iets willen zeggen over het leven en de wereld.’
Lambers: ’15 jaar geleden was multidisciplinair een soort genre. Het is nu een vanzelfsprekendheid. De kids zijn opgegroeid met media.’
Vreeburg: ‘Ze voelen ook helemaal de begrenzing niet meer van disciplines of kunstvormen.
Lambers: ‘Ze hebben lak aan de codes, en zeggen dat de codes zich maar aan hun verhaal moeten aanpassen. Dat geldt ook voor het jonge publiek. Dat is niet opgegroeid met schouwburg of toneel.’
Vreeburg: ‘Wat ik vooral zie is dat mensen weer zin hebben in een vet goed lied, een goed verhaal, iets gretigs. Ze zijn echt moe van dat moeilijke theater. Ik vind het als programmeur ook fijn wanneer ik weer eens iets gewoon lekker kan vinden.’
Kikker Kiest duurt van 12 t/m 23 september. Information.