Pourquoi un festival de la fête foraine hante encore mon esprit des semaines après les faits. Laisse-moi te le dire :
OuiJaYes ik had er zin in. Zin in ruimte. Vrijheid. Heel logisch dus dat ik eind maart naar Jazz in de Kamer Leiden ging. Ik kon kiezen uit verschillende routes met groepen en musici als Artvark, Jeroen van Vliet, Ruben Hein, Ntjam Rosie. Ik koos voor serie V (Zapp4, Joris Roelofs & Karel Boehlee, Evensanne).
Zapp4 volg ik al jaren. Het ensemble kan me meestal bekoren. Die woensdagavond iets minder. Zij konden er natuurlijk niets aan doen dat ik me verheugd had op jazz en impro. (Lees: weinig tot geen van te voren gemaakte muzikale afspraken. Instrumenten gestemd, oren open en spelen maar). Juist die avond bleek er een heuse première plaats te vinden: Nirvana was door het Zapp4-filter gegaan. Zoals ze ook al deden met Radiohead.
Te gek, hier spreekt een Nirvana-fan, maar ik miste de jazz- en improfactor. Juist die avond. Komt misschien wel als het repertoire echt gaat zitten en er op los geïmproviseerd gaat worden. Mijn luisterlust werd wel geprikkeld – en bevredigd – door het enige eigen werk van die avond van Oene van Geel. Dáár hoorde ik mijn verlangde vrijheid. Daar had ik wel een miniconcertje van willen horen.
Eigen werk klonk (op één nummer na) wel bij het laatste concert van Even Sanne. Gitarist Eran Har Even speelt inventief en creatief met kleur, ritme en melodie. Haalt zijn inspiratie uit vele werelden en voegt er gul van zichzelf aan toe. De stem van zangers Sanne Huijbrechts is fijn. Kan veel. Zoet, ijl, helder, meisjesachtig en lief . Vindt het publiek leuk. Ik iets minder.
Ik was benieuwd naar de ruimte in haar stem. Meer contrast. De rafelranden van die strot. Rauw, grof , zwart en pijn zitten er vast ook op bij Sanne. Misschien laat ze die kanten wel horen tijdens volledige concerten. Ik blijf ze volgen. Ben nieuwsgierig naar die donkere kant. Daar had ik behoefte aan. De verklanking van pijn en rafelranden. Zeker die avond.
Douleur et bords effilochés
Want hoe leuk, fantastisch en inspirerend zo’n festival ook kan zijn voor publiek. Hoe doet de organisatie dat? Zo’n lage toegangsprijs? Vijftien euro betaalde ik voor drie concerten. Concerten met fantastische musici. Musici die soms bekroond zijn zoals Oene van Geel, Jeroen van Vliet en Anton Goudsmit (allen Boy Edgar-prijswinnaars).
Als ervaringsdeskundige (muzikant & creatief ondernemer) weet ik dat het eigenlijk niet kan. Zo goedkoop. En dat er ergens door iemand ‘betaald’ wordt voor die lage toegangsprijs. De vraag is alleen: door wie?
Er waren vrijwilligers: gidsen die publiek van plek naar plek loodsten en hosts die hun huiskamers vrijwillig ter beschikking gesteld hadden. Vrijwilligers met hart voor muziek (en voor de organisatie of de stad) en hoogstwaarschijnlijk met een betaalde baan.
Er was sponsoring. Sponsorgeld en subsidies gaan vaak alleen al op aan de organisatie. Materiële zaken als huur van het bedrijfspand, telefoonkosten, verzekeringen, PR (en loon voor de organisatoren) worden betaald uit allerlei potjes.
Ik ben dus bang dat mijn goedkope kaartje uiteindelijk betaald is door de muzikanten. Muzikanten die, dankzij de overvolle vijvers met gewillige prof-én-amateurmuzikanten, voor belachelijke lage gages komen spelen. Want zeg nu zelf, welke (gelauwerde) hoogopgeleide freelance prof komt opdraven voor ca. €200- €250 bij minimaal 7 uur werk (repetities, studeren, acquisitie, verzekeringen, huur enzo niet meegerekend). En dat is momenteel goed betaald.
Expert en expérience
Als ervaringsdeskundige voelde ik me benauwd en negatief worden die avond. Niksnie vrijheid! Ik zag die huiskamermuren op me af komen. Ik zag (welwillend, maar onwetend) publiek genieten in huiskamers van (toekomstige) grootverdieners. Ik zat in een Leids corpsballenhuis met porno op de plee, een huiskamer met kunst, muziek en antiek en een horecagelegenheid met iets te dure wijn.
Ik zag mijn concertverleden aan me voorbijtrekken waarbij de catering vaak meer kostte dan mijn gage. Clubs waarbij er onderscheid gemaakt werd tussen broodjes voor de musici (klef, wit, goedkoop) en broodjes voor het publiek (keuze zat en goed). Organisaties die van jou een zak geld verwachten, zodat jij je beroep kan uitoefenen (gebeurt echt). Alsof de bakker zegt: ‘Ik ben uitverkoren als beste bakker. Hier heb je €3,50. Trek in mijn brood?’.
Ik zag en hoorde in gedachten verhalen van freelancende collegae die geen NonNeinNee kunnen (of durven) zeggen op belachelijke concertaanvragen waarbij je geacht wordt voor-en achteraf (onbetaald) nog te babbelen met publiek, omdat ‘dat zo leuk is voor luisteraars’.
Kortom. Deze avond stond ineens symbool voor dat wat er aan de gang is momenteel in kunst & cultuurland: fantastische festivals, événements et hotspots met creatievelingen waar publiek (gratis of voor bijna niks) welkom is, zich te goed mag doen doet aan vaak slecht en duur festivaleten, en waar de makers niet of nauwelijks betaald worden.
En dessous du minimum
Op dit moment ben ik naarstig op zoek naar manieren om de wereld duidelijk te maken hoe de financiële vork in de steel zit bij veel muzikanten, creatievelingen, kunstenaars. Want ik heb al lang door dat het publiek dat voor een dubbeltje op de eerste rang zit bij dit soort projecten vaak echt niet weet hoe het zit bij hun geliefde (vaak beneden minimum verdienende) muzikanten die overdag soms duizend baantjes hebben.
Ik wil dus openheid van zaken. Dat is momenteel de taak van muzikanten en creatievelingen zelf. Iemand moet het doen. Weet wat soortgenoten (hoogopgeleid, freelance) in andere werelden per uur vragen. Refereer daaraan bij opdrachtgevers. Geef inzicht in wat je doet voor het laten reilen en zeilen van je band, ensemble of orkest naast het musiceren zelf. Zit ik bij een opdrachtgever, dan is de eerste afspraak een investering van mijn kant. Bij meer afspraken dien ik, mocht de opdracht niet doorgaan, een vergaderfactuur in. Krijg ik goeie reacties op. ‘Goh nooit bedacht dat jij hier níet voor betaald wordt’ was de eerste en bevestigde mijn insteek.
En zeg NonNeinNEE tegen belachelijke vragen.
Afkijken en afluisteren dus. Zo mail ik de colonne van Ionica Smeets vaak mee bij offertes. Duurzaam, eco en fairtrade zijn inmiddels bekende begrippen waar (een deel) van de wereld best voor wil dokken zodat de makers op z’n minst normaal betaald worden. Ik las laatst iets over de tien geboden van het betere eten.
Zoals gezegd: een zoektocht naar openheid van zaken. Tips en suggesties zijn welkom. Zodat iedereen in de toekomst echt frank en vrij muziek kan maken en er (h)eerlijk geluisterd kan worden.
A suivre !