In 1920 beleefde Erich Wolfgang Korngold triomfen met zijn psychologische opera Die tote Stadt. Het werk werd destijds in meer dan tachtig steden gebracht, de kritieken waren unaniem lovend. De opera verdween daarna voor lange tijd van het toneel maar wordt tegenwoordig weer mondjesmaat uitgevoerd. Goed dus dat de Nederlandse Reisopera dit bijna vergeten stuk weer op de planken brengt. Ik vraag me af waarom we deze kolkende partituur vol verzengende noten zo lang hebben genegeerd.
Lange tijd kenden we Korngold voornamelijk als componist van filmmuziek. Hij won Oscars voor zijn scores bij Robin des Bois et Anthony Adverse, maar zijn orkestwerken werden afgedaan als kitsch. Het laatste decennium is zijn muziek echter herontdekt en krijgt hij de waardering die hij zo lange tijd ontbeerde. Met name zijn Vioolconcert wordt veelvuldig uitgevoerd, bijna tot vervelens toe. Prachtig stuk, maar overdaad schaadt.
La bénédiction de Mahler
Begin vorige eeuw was Erich Wolfgang Korngold de bejubelde erfgenaam van Mozart, aan wie hij een van zijn voornamen dankt. Eveneens net als zijn voorganger werd hij stevig gepromoot door zijn vader. Boze tongen beweerden zelfs dat zijn geniale muziek door anderen geschreven zou zijn.
De in 1897 in Brno, de hoofdstad van Moravië geboren Korngold had aanvankelijk alles mee. Zijn ouders stamden uit een Weens geslacht van rijke wijnhandelaars en zijn vader Julius was een van de machtigste muziekcritici van zijn tijd. Hoewel Julius bij Anton Bruckner had gestudeerd, was hij geen componist geworden. – Wellicht promootte hij daarom zo vurig het talent van zoonlief, die al op zijn zesde zijn eerste stukjes componeerde. Papa bracht deze met niet aflatende ijver onder de aandacht van zijn vele illustere vrienden.
Toen Erich Wolfgang Korngold op zijn negende zijn cantate Gold aan Gustav Mahler voorspeelde, ontstak die in enthousiasme. Hij bestempelde de voorlijke koter tot ‘genie’ en raadde zijn vader aan hem niet naar het conservatorium, maar naar de invloedrijke Alexander von Zemlinsky te sturen. Deze was ook de leraar geweest van Arnold Schönberg en Mahlers echtgenote Alma. Al snel hierna werden Korngolds composities alom uitgevoerd en gepubliceerd door de prestigieuze uitgeverij Universal.
Van wonderkind tot ‘kitschcomponist’
De ster van Korngold bleef begin twintigste eeuw rijzen. Op zijn negentiende gooide hij hoge ogen met twee eenakters, Der Ring des Polykrates et Violanta, die in München en Wenen werden geënsceneerd. Maar zijn grootste triomf beleefde Korngold met Die tote Stadt, die hij in 1920 voltooide. De zinderende, laatromantische partituur veroverde de wereld stormenderhand. De opera werd in korte tijd in meer dan tachtig steden uitgevoerd, waaronder New York.
Critici putten zich uit in loftuitingen. Een recensent noteerde: ‘De muziek vloeit zo krachtig voort uit de tekst dat het de betekenis van het werk bepaalt en het tot een van de belangrijkste opera’s maakt die in lange tijd geschreven zijn.’ Maar de tijden veranderden. Gaandeweg rukte zowel de twaalftoonsmuziek van Arnold Schönberg als de ‘Gebrauchsmusik’ van Hindemith en Weill op.
Ook op maatschappelijk gebied vonden grote omwentelingen plaats. In 1934 vertrok de joodse Korngold naar Amerika, waar hij een nieuwe carrière begon als filmcomponist. Na de oorlog werden zijn zelfstandige orkestwerken afgedaan als ‘filmische kitsch’ en in 1957 stierf hij ontgoocheld in Hollywood. De hernieuwde belangstelling voor zijn Vioolconcert en zijn opera Die tote Stadt heeft hij helaas niet meer mogen meemaken.
L'atmosphère mortelle de Bruges
Samen met zijn vader schreef Korngold het libretto van Die tote Stadt, dat zich afspeelt in Brugge. Deze stad ademt ‘vanwege zijn grijze gebouwen, stille wateren en sombere kerken een doodse sfeer’, vond Korngold. Hij baseerde zijn libretto op de roman Bruges-la-morte van de Waalse schrijver Georges Rodenbach.
De jonge Paul koestert de nagedachtenis van zijn overleden vrouw Marie in een sombere kamer, volgestouwd met memorabilia. Als het danseresje Marietta in zijn leven komt, herkent hij in haar zijn vroegere echtgenote. Tot zijn ontsteltenis heeft ze echter een totaal ander karakter, waarmee hij niet kan omgaan. Uiteindelijk wurgt hij haar met de vlecht van Marie.
Processus de deuil lugubre
Pas hierna ontwaakt hij uit zijn lugubere rouwproces en realiseert zich dat je niet in het verleden kunt leven. De muziek barst uit haar voegen van meeslepende zanglijnen en hartverscheurende orkestklanken. Zij zweeft qua stijl tussen vroege Schönberg en late Strauss. Het psychologische drama paste bovendien geheel in de geest des tijds, wat mede het succes van Die tote Stadt verklaart.
De opera is inmiddels verschillende malen door gerenommeerde ensembles en zangers uitgebracht op cd/dvd. Toch is hij in ons land zelden live te horen. Voor het laatst in 2005, in een goed ontvangen productie van De Nationale Opera. Nu waagt de Nederlandse Reisopera zich aan een nieuwe interpretatie van regisseur Jakob Peters-Messer. Het Noord Nederlands Orkest verzorgt de muziek onder leiding van Antony Hermus.
Moesten geïnteresseerden in 2005 afreizen naar Amsterdam, ‘de Reisopera komt met Die tote Stadt naar je toe’, zoals artistiek leider Nicolas Manfield fijntjes opmerkte tijdens de seizoenspresentatie. – En daar mogen we ons mee in de handjes knijpen.