Sorry zeggen schijnt moeilijk te zijn, als we de liedjes erover moeten geloven, en als we de tijd meten die Nederlandse regeringen ervoor nodig hebben. Maar sorry is ook heel makkelijk, als je bedenkt hoe vaak je niet opzij wordt gedrukt in de rij voor het een of ander, nadat er achter je het woord ‘sorry’ heeft geklonken, of – als dat niet heeft geklonken – dat je het zelf maar zegt in plaats van de lomperik in kwestie.
‘Sorry’. Daarmee is dus veel afgedaan. Het is gezegd, en nu niet verder zeuren. Heel goed dat daar eindelijk eens een voorstelling over wordt gemaakt.
Sorry, daarmee doe ik de voorstelling die Aluin en Raymi Sambo maakt erover presenteren enorm tekort. ‘Ik zeg toch sorry?’ is namelijk een nogal unieke voorstelling voor in ieder geval ons taalgebied. Een gemengde groep acteurs, zwart en wit door elkaar, thematiseert nu eindelijk eens wat dat betekent: spelen met racisme en verschillen, en dan ook nog eens over dat beladen onderwerp van ons slavernijverleden.
Apartheid
De Nederlandse theaterwereld is – net als onlangs bleek ook de filmsector – niet echt ‘divers’ als je alleen al naar kleur kijkt. Ik zou zelfs willen spreken van een hardnekkige apartheid, die heel erg langzaam iets aan het verminderen is. We hadden lang theatergroepen voor elke minderheid, waarmee het dominant witte mainstream- en margetheater zich gevrijwaard kon achten van de verplichting om representatiever te worden in cast, productie en verhalen. (om over het publiek nog maar te zwijgen).
Zeven jaar geleden schreef ik erover toen ik de voorstelling Race zag met een zwarte cast voor een zwart publiek in ‘debatcentrum’ de Balie, terwijl in de Stadsschouwburg (nu ITA) een spierwit esemble het stuk Othello speelde, met een roomwitte acteur in de titelrol van een zwart personage. Grappig genoeg bleef die versie van Race ook onopgemerkt tot Het Nationale Theater een paar jaar later de tekst oppakte en er meteen mee in de prijzen viel, dankzij een inderdaad prachtige hoofdrol van Romana Vrede.
Met sterren overladen
Zwart en wit bij elkaar in het Nederlandse theater is dus best zeldzaam. Als het stuk dan ook nog eens over Keti Koti gaat en een tournee beleeft in een voornamelijk door wit publiek bezocht theatercircuit, is het nieuws. Dat het bij de première met sterren overladen werd, ook.
Nu is daar wel iets mee, want vijf sterren op Oerol moeten volgens de meeste theaterprogrammeurs altijd met een korrel zeezout worden genomen: met je voeten in het warme duinzand, meeuwen op schootsafstand en fietspaden vol met gelijkgestemd en gelijkaardig publiek is een voorstelling al snel goed. Woensdag 28 september was dus de echte vuurdoop op de houten vloer van het Utrechtse Theater Kikker.
Typisch Aluin
Die vuurdoop heeft ‘Ik zeg toch sorry?’ uitstekend doorstaan. De voorstelling, waarin de stompzinnigheid van slavenhoudend Nederland op een typisch Aluin-achtige manier te kakken wordt gezet, begint met wat onhandig uitleggerig spel over rollen en personages, wanneer een witte acteur wel erg omstandig probeert uit te leggen dat wat hij zegt op het toneel nog niet is wat hij als mens is.
Ik wilde daar bijna iets van zeggen, tot ik besefte dat Aluin, en schrijver Erik Snel, regelmatig speelt voor (jonger) publiek dat geen enkele ervaring heeft met theatrale conventies. Mensen zoals ik, die al decennia in theaters komen, willen nog wel eens vergeten hoe marginaal onze liefde is geworden in een wereld die geregeerd wordt door Youtube en Tiktok.
De samenwerking met de zeer charismatische Raymi Sambo geeft de avond extra pit. Onlangs was ik nog bij een schrijversmiddag in – geheel toevallig – Debatcentrum De Balie, waar Sambo zich profileerde als iemand die schrijvers als ontbijt heeft, althans: hij neemt het door een derde geschreven werk zelden voor zoete koek aan. Vandaar dat hij er altijd voor kiest om co-auteur te zijn. Logisch natuurlijk, zeker bij dit onderwerp. In dit stuk is die stevige persoonlijke bemoeienis overigens ook onderwerp van het gebeuren en dat siert de makers.
Afschaffing vieren?
Veel psychologie en vierdewandtheater hoef je bij dit gezelschap niet te verwachten. We zien acteurs een stuk spelen waarin mensen in speeches uitleg geven over hun motieven, en het hoeft geen verrassing te heten dat vooral de witte betrokkenen bij de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863 moreel nogal door de mand vallen. Eenzijdig is het stuk echter niet, al is er natuurlijk in deze geschiedenis vrij duidelijk een dader en een slachtoffer aan te wijzen.
Uiteindelijk gaat het dus ook over de vraag wat er in godesnaam op 1 juli met Keti Koti te vieren valt. Is het eigenlijk wel een feestje waard als een land na eeuwen stopt met een misdaad? De vragen die dit stuk daarover oproept stemmen tot meer nadenken dan ik de afgelopen jaren heb gedaan, en dat wil wat zeggen.
Dat de tournee van dit stuk zo’n beetje samenvalt met de tijd die onze premier zegt nodig te hebben tussen de aankondiging dat hij sorry gaat zeggen voor de Nederlandse rol in het slavernijverleden, en het moment dat dat ook gaat gebeuren, ergens in 2023, is een pijnlijk ironisch toeval.
Allemaal gaan kijken.
Ik zeg toch sorry is op tournee: tourdata en achtergronden.