Jongeren uit Guatemala, nachtegalen uit Noord Ierland en theatermakers uit de binnenlanden van Peru. Zomaar een greep uit de gasten op het Community Arts Festival dat in juni 2013 in Utrecht wordt gehouden. Muziek, film en theater met gewone mensen achter en voor de schermen, begeleid door professionele kunstenaars. Wat ze verder gemeen hebben? Ze maken allemaal kunst in een omgeving waar moord, doodslag en oorlog vanzelfsprekender zijn dan vrede.
Dit ‘Hoe overleef ik een oorlog?’-thema is een logische keuze voor de viering van 300 jaar Vrede van Utrecht. Immers, mag voor ons vrede inmiddels vanzelfsprekend geworden zijn, voor grote delen van de wereld is dat nog lang niet het geval. En hoe kun je dat besef beter laten doordringen dan door zelf met kunstenaars uit die plaatsen aan het werk te gaan? Utrechtse buurtbewoners gaan dus wat beleven, het komende jaar, want een belangrijk onderdeel van het Community Arts Festival zijn vijf eigen producties waarvan de voorbereidingen nu al in volle gang zijn. Eugene van Erven en Margreet Bouwman coördineren het hele project.
1: Anouk de Bruijn: Skypen met Guatemala
Guatemala is een land waar de (burger)oorlog nog steeds actueel is. Kunstenaars hebben zich daar een positie verworven waarmee ze mensen leren omgaan met hun trauma’s. Het community arts-gezelschap Caja Lúdica (‘speeldoos’) is zo’n club die daar wonderen mee kan verrichten. De Utrechtse theatermaakster Anouk de Bruijn liep er twee keer stage, en dat beviel zo goed dat ze de groep nu voor een uitwisselingsproject heeft uitgenodigd. Eugene van Erven vertelt dat werkwijze en opvattingen van de Guatemalteekse makers erg aansluiten bij het thema van het festival. Organisatorisch heeft zo’n uitwisseling nogal wat voeten in de aarde, zo blijkt:
“We zijn nu de twee partijen bij elkaar aan het brengen via skype en email. In augustus gaat Anouk weer naar Guatemala om de basis te leggen voor de uitwisseling in het najaar. Uiteindelijk moet dat leiden tot een voorstelling op het festival, waaraan ook jongeren uit Utrecht meedoen.”
2: The Henry Girls geven zangles aan STUT
Het Stut Koor, een groep enthousiaste buurtbewoners uit het noorden van Utrecht, gaat zangles krijgen van The Henry Girls uit Noord Ierland. De inmiddels al op veel grote podia van de wereld graag geziene zangeressen gaan hun close harmony-technieken bijbrengen aan de Utrechtse amateurzangers. Dat doen The Henry Girls vaker: ondanks hun sterstatus met gewone mensen blijven werken, vertelt Eugene van Erven:
“Na de Goede Vrijdag- akkoorden in 1998 is er in Noord Ierland een hele beweging op gang gekomen om de mensen daar, katholieken, protestanten, voormalige strijders, bij elkaar te brengen. Dat heeft tot heel veel projecten geleid. The Henry Girls waren daar ook bij betrokken. Ze hebben ook met muziek en teksten bijdragen aan de verwerking. Na de zomer komt één van de drie Henry Girls regelmatig naar Utrecht, om met de groep liedjes te maken, of misschien ook een paar nummers uit het repertoire van de Henry Girls in te studeren. Dat moet dan tot een optreden van hoog niveau gaan leiden in juni. Dat is voor het STUT-koor een kick.”
Niet dat Utrecht Noord een oorlogsgebied is, dus, want zo ver reikt de parallel met Noord Ierland niet. Het gaat er meer om dat The Henry Girls aantoonbaar in staat zijn met hun muziek en hun ervaring kloven tussen mensen te overbruggen.
3: Femke Stroomer & Sanne Sprenger: Analfabete jongeren maken hun eigen film
Zo gaapt er ook een tamelijk grote kloof tussen vluchtelingenjongeren met een taalachterstand die in Nederland op school komen en hun omgeving die wel Nederlands schrijft en spreekt. Zulke jongeren zitten in de Internationale Schakelklassen (ISK), waar ze worden klaargestoomd voor deelname aan onze samenleving. Waar taal tekortschiet, kan beeld uitkomst bieden. Sanne Sprenger is een jonge documentairefilmster die eerder heeft aangetoond een goed oor te hebben voor de noden van naamloze bewoners. Haar documentaire over ‘Het Kleine Wijk’, een volksbuurtje in de krachtwijk Ondiep, maakte diepe indruk. Ze blijkt bovendien goed in staat om bewoners zelf een actieve rol te laten spelen in het maakproces, en dat is een voorwaarde voor goede community art, vertelt Margreet Bouwman:
“Voor deze productie, die ‘Ik ben hier’, heet, gaat ze samen met camerajournaliste en documentairemaakster Femke Stroomer kijken of ze de jongeren ook voor allerlei productietaken kunnen inzetten. Dus het gaat niet alleen óver de jongeren, het wordt ook iets ván de jongeren.”
4: Heba el-Sjeikh: Langzame kunst
Dat projecten niet altijd helemaal vanzelf gaan, en dat aan het begin soms nog niet helder is waar het allemaal toe moet gaan leiden, is te merken bij het project dat nu nog de werktitel ‘social media’ draagt. Het is aangebracht door Heba el-Sjeikh, een Egyptische, die studeert aan de masteropleiding Cultuurmanagement van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, vertelt Eugene van Erven:
“Zij runt zelf een kunstorganisatie in Egypte en is al lang op zoek naar hoe ze daar Community Arts binnen kon krijgen. In die regio gebeurt daar nog heel weinig mee, maar zij ziet daar veel mogelijkheden voor, in die fragiele democratie die daar nu aan het ontstaan is. Wij vonden het een mooi idee, en omdat we zelf al een tijdje dachten over hoe je sociale media en community arts kunt combineren, vonden dat dit daar mooi bij aansloot. Eigenlijk zijn Facebook en Twitter heel vluchtig en snel. Het gaat vaak om virtuele en vluchtige contacten, en die groeien ook nooit verder uit dan dat. Terwijl Community Art heel erg face to face is en ook heel vaak slow art wordt genoemd. Dat contrast wilden we onderzoeken. Nu hebben we dus Heba samengebracht met het Impact Festival, dat over nieuwe media gaat. Met zijn drieën gaan we uitzoeken wat er mogelijk is. Wat eruit gaat komen, weten we niet, dus het is een experimenteel project, maar wij vinden dat wel op zijn plaats in dit festival.”
5: Zomerse optocht van de Zuilense fanfare
Wat traditioneel van de mensen zelf is, is de fanfare. Maar de fanfare is een vorm van ‘community art’ die langzaam maar zeker verloren aan het gaan is. Het buurtorkest trekt niet meer met iedere denkbare hoogtijdag al spelend door de wijk. Dat is jammer, en daarom wordt voor het Community Arts Festival een al bestaand project overgezet naar de zomer. ‘Fanfare 11/11′ is een ding van de Zuilense fanfare, waarbij de wat oubollig overkomende traditionele fanfare verrijkt wordt met tal van andere instrumenten en composities, die beter de diversiteit van de buurt weerspiegelen. Het is in 2011 uitgewerkt tot een project waarbij ook de Sint Maartenviering in ere werd hersteld. In de zomer van 2013 komt er een zonnige versie van naar het festival.
De Dodo volgt het maakproces van vier projecten die uiteindelijk op het Community Arts Festival te zien zullen zijn. Vier verslaggevers: Jowi Schmitz, Madeleine Rood, Rianne van der Molen en Wijbrand Schaap volgen de Henry Girls, Caja Ludica, Sanne Sprenger en Heba el Sheikh bij het werken met jongeren, buurtbewoners en amateurzangers, en brengen daar met enige regelmaat verslag over uit. Volg het via De Dodo.
Community Arts Lab (Nieuwsbrief)
Reacties zijn gesloten.