De grote vraag was hoeveel van die zeven Gouden Kalveren-nominaties Plan C zou weten te verzilveren. Tot ieders verrassing had deze kleine misdaadkomedie die in de bioscoop nog geen 7000 bezoekers trok zelfs nog meer nominaties in de wacht gesleept dan De Heineken ontvoering. Dat zegt iets over het verrassingseffect dat uitgaat van het met veel enthousiasme en zonder Filmfondsbijdrage gemaakte Plan C. En misschien ook iets over de dit jaar tamelijk beperkte concurrentie van kwaliteitsfilms voor een groot publiek. De vraag was dus: kan Plan C nu op het Nederlands Film Festival misschien zelfs ‘beste film’ worden?
Zo eigenwijs heeft de jury kennelijk toch niet willen zijn, want tijdens het Gala van de Nederlandse film werd de zaak weer tot meer bescheiden proporties teruggebracht. Uiteindelijk werden alleen de bijrol van René van ’t Hof en het scenario van regisseur Max Porcelijn bekroond, al is dat nog steeds een mooie opsteker voor de makers van Plan C.
Aan de andere kant is de beslissing om dan Jos Stellings Het meisje en de dood het Gouden Kalf voor beste film te gunnen minstens zo goed voor het nodige geroezemoes. Sinds de persvoorstelling enige tijd geleden kwam ik nog niemand tegen die in deze melancholieke, naar Tsjechov en Poesjkin lonkende stijloefening de beste film van het jaar zag. Prachtig mooi, dat wel, en dan kwam er altijd wel een of ander ‘maar’. De jury zag echter een speeltuin der verbeelding en een reis naar andere tijden en werelden. Je zou bijna denken dat Stelling ze heeft weten te betoveren.
Een fraai staaltje van balanceerkunst is dan natuurlijk om een film die in alle opzichten het tegendeel is van Het meisje en de dood te bekronen met het Gouden Kalf voor de regie. Deze prijs ging verdiend naar Paula van der Oest voor Het Domino Effect, een met liefde en passie gemaakte mozaïekfilm over de menselijke gevolgen van een instortende economie.
Ook de meeste andere Gouden Kalveren liggen min of meer in de lijn der verwachting, zoals de bekroning van jong talent Hannah Hoekstra voor haar soms adembenemende spel in Hemel, of Reinout Scholten van Aschat, ook al een veelbelovende nieuwkomer, voor zijn optreden in De Heineken ontvoering. De regels van Matthijs, het indringende, tragische en inmiddels al veelbesproken portret van een autistische jongeman is een waardige winnaar van het Gouden Kalf voor beste documentaire.
De door de juryafdeling voor speelfilms meest onderschatte titel is inmiddels het in het internationale circuit overal prijzen wegslepende Kauwboy (ook onze Oscarinzending). Dit gedurfde jeugddrama over het gevecht met een groot verlies moet het doen met een Gouden Kalf voor beste muziek als troostprijs. Terwijl bij alles wat die film zo indrukwekkend maakt die muziek eigenlijk maar een heel klein rolletje speelt.
Het hele scala aan nominaties en prijzen overziende ontstaat zelfs de indruk dat deze jury de jeugd- en familiefilm bij voorbaat niet helemaal serieus heeft genomen. Er waren dit jaar binnen deze sector – door het festival terecht in de schijnwerpers gezet – een aantal prachtige producties die echter in de lijst van nominaties nergens terug te vinden waren. Met die muziek van Kauwboy als uitzondering.
Het publiek moest er aan te pas komen om het goed te maken. De jeugdfilm Achtste-groepers huilen niet van Dennis Bots kreeg, nadat heel Nederland via internet mee mocht stemmen, het Gouden Kalf voor de publieksprijs. Daarnaast is er de publieksenquête op het festival zelf. Daar bestaat de top-vijf zelfs geheel uit jeugdfilms, aangevoerd door, jawel, Kauwboy. Tamelijk uniek is dit jaar de eensgezindheid tussen pers en publiek, want Kauwboy mocht ook de Prijs van de Nederlandse Filmkritiek in ontvangst nemen. Toch nog gerechtigheid.
Leo Bankersen