Presteren moeten we, van jongs af aan. Ga je daar niet in mee, dan word je buitengesloten. Het is de strekking van de opera Wozzeck van Alban Berg, die nu te zien is bij De Nationale Opera in de regie van Krzystof Warlikowski. De Poolse theatervernieuwer heeft van een van de meest dramatische opera’s uit de muziekgeschiedenis een fascinerend muzikaal schouwspel gemaakt. Zijn enscenering is imposant, maar aangrijpend is hij niet.
Alban Bergs opera Wozzeck is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. In 1824 werd de jonge soldaat en dagloner Woyzeck schuldig bevonden aan de moord op zijn vriendin en ter dood veroordeeld. Geïnspireerd door deze tragedie schreef de Oostenrijker Georg Büchner het toneelstuk Woyzeck. Alban Berg gebruikte dit verhaal voor zijn eerste opera: Wozzeck (1925). Een toegankelijke opera is Wozzeck niet. Berg behoorde tot een groep componisten (De Tweede Weense School) die moderne experimentele en zeer expressieve muziek componeerde. Kort omschreven is Wozzeck een toneelstuk met muziek. Door toepassing van de zogenaamde twaalftoonstechniek ontbreken er veelal harmonische klanken. Berg maakt ook gebruik van Sprechgesang, een tussenvorm tussen spreken en zingen. Maar er klinken ook melancholieke zangfragmenten.
Wozzeck heeft een psychische stoornis; hij lijdt aan schizofrenie en een angststoornis. Hij heeft waanbeelden. Zijn gekte wordt gevoed door de hondse behandeling door de kapitein die hij scheert, door het vreemdgaan van zijn vrouw Marie en door de dokter die hem als proefkonijn gebruikt voor experimenten. Aan het eind vermoordt hij Marie en pleegt hij zelfmoord. Hun zoontje blijft alleen achter.
Regisseur Warlikowski heeft de individuele spanning van Wozzecks gekte niet centraal gesteld. De regisseur wil dat wij Wozzecks frustraties zien via allerlei veelzeggende scenes en optredens. In een interview zegt hij dat hij Wozzeck bekijkt via de ogen van Wozzecks zoontje. Het oorspronkelijke libretto wordt hier dan ook niet letterlijk gevolgd. En het jongetje is constant aanwezig
Neurotische nicht
De voorstelling begint met een groep kinderen die stijlvol gekleed een ballroomdans uitvoeren op een nagenoeg leeg toneel. Hoe hoog is de prestatiedruk van deze dansende kinderen? Hoog. Maar als publiek ervaren wij dat niet, omdat het er zo aandoenlijk uitziet. Hier verbergt, net als in ons leven, de mooie kunstmatige buitenkant de verwrongen binnenkant. Zo gaat het ook bij de gekke Wozzeck die in een smetteloos wit kappersjas ogenschijnlijk onkreukbaar wordt gepresenteerd. Overigens een sterke rol van Christopher Maltman, die met zijn prachtige aardse baritonstem zijn personage toch wat statisch en weinig demonisch gestalte geeft. Wozzeck lijkt niet gek, het is eerder de neurotische nichterige kapitein met zijn pruikje die de aandacht trekt. Ieder moment verwacht je dat hij iemand naar zijn strot zal grijpen. Tenor Marcel Beekman speelt dit lastige personage grappig en zingt zijn zangpartij mooi in bijna accentloos Duits.
Sopraan Eva-Maria Westbroek geeft Marie met haar moeilijke gevoelsleven een kleurrijke invulling. Ze weet haar grote stem heel wendbaar te vormen naar het expressieve Sprechgesang van Berg. Al heeft tenor Frank van Aken (echtgenoot van Westbroek) een kleine rol als de macho Tamboer-majoor, deze is zeker niet onopvallend te noemen. Hij speelt deze rol met veel spelenergie, net als bas Sir Williard White als de harde dokter.
Sloerie
Marie ziet er wat sloerie-achtig uit in haar zwarte glinsterende galajurk. Ook zij is instabiel. Eerst is ze bezorgd over Wozzecks gedrag, maar als ze vreemd gaat met de Tamboer-majoor wijst ze hem gewoon af. Schuldbewust zoekt ze steun in de Bijbel door er samen met haar zoontje beurtelings uit voor te lezen. Deze scènes spelen zich af voor een glittergordijn en zien er schattig uit, maar ook dit is onecht en suggereert een geluk dat er niet is.
Naast kleine dramatische scènes als deze zijn er veel pompeuze scènes met veel personages in een volgepropt decor te zien. Zo zie je Wozzeck, Marie en de Tamboer-majoor in een theaterrestaurant. In deze grote scene staat een leadzanger achter een microfoon, zie je ballroom kinderen spelen, een mannenkoor en een travestiet die zit te breien (een figuur uit Shrek?). In een andere scène komt een compleet Bühneorkest het toneel op en musiceert bij een gevoelig moment.
Het is allemaal erg veel.
Wozzeck bij DNO is zo imponerend geënsceneerd dat je bijna mist hoe adequaat het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van Marc Albrecht speelt. Het orkest schittert vooral in de mooie Mahleriaanse passages die de dramatische momenten accentueren.
Wozzeck van Alban Berg door De Nationale Opera. Gezien: première 18 maart. Nog te zien tot en met 9 april 2017.
“Het oorspronkelijke libretto wordt hier dan ook niet letterlijk gevolgd.” moet zijn: “Het libretto wordt niet gevolgd.”
Reacties zijn gesloten.