Soms heb je niet heel veel woorden nodig voor een mooi verhaal. Vaak vergen weinig woorden ook meer inspanning dan veel woorden. Dat idee wist Blaise Pascal ooit te munten. Gisteren, op de voorlaatste dag van het zeventigste Holland Festival, werd de stelling op een andere, onverwachte manier kracht bijgezet. Het Australische Back to Back Theatre vertelde het verhaal van leven in dood in krap tachtig minuten en misschien evenveel woorden. Woorden die van de sprekers bovenmatige inspanning vereisten. Ze hebben namelijk allemaal een verstandelijke beperking.
Eerste leerpuntje van zo’n voorstelling is dus al binnen: dat ik me bewust werd hoe fundamenteel taal is, en hoe veel een enkel woord al waard kan zijn. Je gaat anders luisteren naar de Bijbelse uitspraak ‘In den beginne was het woord’, wanneer dat enkele woord al een honderdmeterhordenloop betekent voor de spreker.
Luchtbel
Lady Eats Apple, zoals de voorstelling heette, speelt in een hele grote luchtbel. Op een manier die even moeilijk te achterhalen is, hebben de technici van het gezelschap een complete opblaasbare tennishal in de Amsterdamse Stadsschouwburg weten te proppen. Je zit erin, kennelijk op de plek waar normaal het toneel is, en ziet hoe het doek strak staat tegen de barokke balkons van de 19e eeuwse bonbonnière. Tijdens de eerste twintig minuten, waarin God de oude goden laat plaatsmaken voor zijn scheppingen Adam en Eva, is de ruimte zwart.
Twintig minuten later is hij opeens hemels wit. Letterlijk hemels, want dan horen we ruim een kwartier alleen maar verhalen van mensen die een bijna-doodervaring hebben overleefd. De bubbel waarin we zitten is wit, zonder grenzen, dimensieloos. Het spreekwoordelijke licht aan het einde van de tunnel openbaart zich later, in een heel eenvoudige projectie.
Bijna dood
Dit tweede deel maakt diepe indruk. De beschreven ervaringen voelen echt, en al zijn er inmiddels tal van redelijk klinkende fysiologische verklaringen voor de tunnel van licht, de uittreding en het gelukzalige gevoel van bescherming dat de ervaarders steevast rapporteren, het gevoel dat er best meer kan zijn blijft aanlokkelijk.
Wat er daarna gebeurt is ontluisterend en daardoor even hilarisch als triest. De witte bubbel wordt weggetrokken. Een frisse wind waait ons tegemoet en opeens kijken we met het hele publiek aan tegen de even majestueuze als lege zaal van de Stadsschouwburg. Het werklicht staat aan, de verstandelijk beperkte spelers doen wat mensen soms doen: ze ruimen op. Ze kibbelen over taakverdeling, ze worden verliefd.
Retourtje hemel
Overlevers van een bijna-doodervaring vertellen vaak over de harde teleurstelling van hun terugkeer onder de levenden. De nuchtere realiteit, de herrie, het gedoe: alles voelt banaal en afstandelijk. Het is een wonder hoe die paar spelers dat gevoel realiteit kunnen maken.
Het voelt na deze voorstelling toch een beetje anders om een gewone sterveling te zijn. iemand die geen retourtje hemel kan boeken, maar die veroordeeld is tot een enkele reis. Ik besloot voortaan nog beter om me heen te kijken. Om wat ik hier meemaak beter na te kunnen vertellen. Het leven is te kort om alles te bekijken door een Apple.
Het stuk speelt vandaag nog twee keer. Probeer te gaan.