Begin jaren 90 zit ik in een kleine zaal in The National Theatre in Londen. Voor de voorstelling begint vraagt iemand op het toneel of je de bezoekers naast je wilt begroeten. Dat zorgt direct voor een andere, intiemere dynamiek in de zaal. Op een strak toneel met slechts enkele attributen staan vier acteurs en een Arabische musicus. Yoshi Oida uit Japan, Sotegui Kouyaté uit Burkina Faso, Maurice Benichou uit Algerije en David Bennent uit Zwitserland. Het stuk gaat over patiënten met neurologische aandoeningen. Beurtelings spelen de acteurs de patiënten en de doctoren, daarbij nemen ze de witte doktersjassen van elkaar over. Na afloop van deze adembenemende voorstelling voel ik me opgetild en gelukkig.
The Man Who
Het toneelstuk heet ‘The Man Who’ van Peter Brook, gebaseerd op het boek ‘The man who mistook his wife for a hat’ van Oliver Sacks. Sinds die buitengewone ervaring ben ik Peter Brook gaan volgen. Zag ook zijn stukken The Suit, Une Flute Enchantée ( Mozart) en The Valley of Astonishment. Alle indrukwekkende producties met veel subtiliteit, intensiteit en diepgang.
Peter Brook (92), door de Britse krant The Independent ook wel de ‘grootste levende theatermaker’ genoemd, is een bijzondere regisseur. Zelf ziet hij wat hij doet meer als destilleren dan regisseren. Iedere theater- en filmmaker van enige betekenis kent zijn werk. In november was hij op bezoek voor een interview met Ruth MacKenzie, directeur van het Holland Festival, op het toneel van de Stadsschouwburg in Amsterdam. Hij blijkt een uitstekend verhalenverteller te zijn, want het publiek hangt aan zijn lippen. Opmerkelijk zijn Brooks lichte, heldere ogen, die als het ware door je heen kijken. Een echte vorser.
Shakespeare
Dat uitzonderlijke talent was al duidelijk toen Peter Brook op 21 jarige leeftijd ‘Man and Superman’ regisseerde van Bernard Shaw. Daarna regisseert hij meer dan 70 voorstellingen in de UK, USA en Europa. In 1962 wordt Brook gevraagd om bij de Royal Shakespeare Company te komen werken. King Lear met Paul Scofield, Marat de Sade van Peter Weiss en Midsummer Night’s Dream met Ben Kingsley behoren tot de hoogtepunten. In 1970 opent hij het International Centre for Theatre Research in Parijs, samen met producent Micheline Rozan. Sindsdien reist Brook met zijn ensemble naar het Midden- Oosten, Afrika en India op zoek naar de essentie van acteren.
CINEMA
Die kern zoekt hij in contact met mensen in verre landen en andere culturen. In 1974 vestigt hij zich in Parijs in het oude boulevardtheater ‘Bouffes du Nord’. Het is een oud maar sfeerrijk vaudeville theater. Hij stript het tot op de ruwe stenen en begint er zijn centrum voor research en productie. Te veel waardevolle voorstellingen om op te noemen worden hier geboren. Zoals ‘The Man Who’, ‘The Tragedy of Hamlet’ en ‘Conference of Birds’ over een Perzisch Soeffi gedicht. Tussendoor regisseert Brook diverse opera’s als Salomé, Faust en Carmen.
Naast theater en opera maakt hij diverse films. Cinema is eigenlijk zijn grote passie, in het theater komt hij min of meer toevallig terecht. Dat verklaart misschien dat zijn theater vaak uiterst beeldend is. Zijn bekendste films zijn De Mahabharata, wat een registratie was van zijn marathonvoorstelling in Avignon. Het was een negen uur durend epos gebaseerd op het oudste overgeleverde literatuurwerk uit de geschiedenis. Een andere film, Lord of the Flies, naar een boek van William Golding, gaat over macht en onmacht tussen de overlevenden van een vliegtuigramp. Meeting with Remarkable Men is een film over de zoektocht naar waarheid van de filosoof, mysticus en schrijver Gurdjieff.
Kern
Schrijven kan Brook ook, diverse boeken staan op zijn naam als Threads of Time, The Shifting Point en het veel geciteerde The Empty Space uit 1968. In dit laatste boek verzet hij zich tegen het ’dodelijke’ toneel van die tijd met dure kostuums en imposante decors. Bij Brook gaat het vooral om de acteurs, die hij zo alert en levendig mogelijk wil laten spelen. Theater moet rauw en direct zijn, zonder te veel afleiding. Wat Peter Brook bijzonder maakt is dat hij de mensen op het toneel zo uniek en authentiek mogelijk laat zijn en ze weet te pushen tot grote hoogtes. Na verloop van tijd gaat hij steeds simpeler voorstellingen maken: hij stript al het overbodige weg zodat de kern naar boven komt.
Peter Brook over de essentie van het acteren. ‘Wat ik heb geobserveerd is dat een acteur, zoals ieder mens, een klein arsenaal heeft dat hij telkens weer gebruikt. Dat deel beschouwt hij als zichzelf. Dan is er een erg diep deel van hemzelf dat hij niet kent. Dit is niet slechts het onderbewuste, maar iets veel groters dan dat. Een onbekend gebied.’
‘Als de acteur te snel datgene aanspreekt dat hij beschouwt als zichzelf, gaat hij nooit verder dan dat gebied. Maar door allerlei manieren van werken en onderzoeken kun je een klimaat van zelfvertrouwen, zekerheid en vertrouwen creëren. Niet alleen tussen de acteur en regisseur of de acteurs onderling, maar ook binnen de acteur zelf. Via zijn gevoel en intuïtie kan hij experimenteren en risico’s nemen. Dan begint er een nieuw proces. De uitdaging van de rol opent een aantal lades in hemzelf, zoals een acteur het noemde, die hij nooit eerder opende.’
DOUCHE
De Japanse acteur Yoshi Oida, oudgediende in het ensemble van Brook, vergelijkt het werken met de Brit als het nemen van een douche. ‘Je voelt je geestelijk schoon erna’.
Vaak hebben theater- en filmmakers gevraagd om te mogen komen kijken als Peter Brook aan het werk is met zijn acteurs. Daar heeft Brook nooit veel zin in. Het stoort het kwetsbare creatieve proces. In 2014 maakt zijn zoon Simon daarom een documentaire, ‘The Tightrope’, over de werkwijze van Brook. We zien hier allerlei fascinerende acteurs uit alle windstreken improviseren op een thema. Zij moeten zich inbeelden op een koord te lopen. Gedecideerd maar erg subtiel en empathisch gaat Brook te werk. Hij vraagt van zichzelf en de spelers de uiterste concentratie en toewijding.
Kouyate
Toegewijd was Sotegui Kouyaté zeker, helaas was hij er tijdens de film niet meer bij. Hij was een lange, magere Afrikaan met dreadlocks en diepe levendige ogen, die onvergetelijk goed speelde in The Man Who. Een ware spirituele verschijning. Ook speelde hij de eerste zwarte Prospero in The Tempest van Shakespeare en had een opmerkelijke rol in The Suit. Hij overleed in 2010 op 73-jarige leeftijd.
Stilte
Brook is heel zijn leven gefascineerd geweest door stilte. In zijn biografie ‘Threads of Time’ beschrijft hij een bezoek aan de woestijn de Sahara. ‘Als ik bij de bodem van een zandduin ben, onderga ik voor het eerst de absolute stilte. Er zijn twee soorten stilte, de een is afwezigheid van geluid. De ander is een ‘nothingness’ die oneindig levend is. Iedere cel in het lichaam wordt gepenetreerd en tot leven geroepen door deze stilte.’
Peter Brook weet zijn acteurs te stimuleren tot dieper spel, waarbij ze alle zintuigen aanspreken. Het is volgens hem de kunst de toeschouwers binnen negentig minuten precies dat te geven, waarvoor de acteurs anderhalf jaar onderzoek nodig hebben.
Fijner
Brook over de essentie van het theatrale werkproces: ‘Het gaat erom, aan iedereen die op dat moment samenkomt in het theater, spelers en publiek, iets bijzonders te geven. Zodat zij tijdens de voorstelling fijner worden in hun gevoelens, helderder gaan zien en dieper begrijpen dan in hun dagelijkse isolatie en eenzaamheid.’
Precies dat ervaar ik op die avond in 1994 in Londen na het zien van Brook’s The Man Who. Ik realiseer me dat ik iets buitengewoons heb meegemaakt, de voorstelling zorgt er voor dat ik blij ben te leven.
- In maart 2018 zijn er twee voorstellingen, Battlefield en The Prisoner, van Peter Brook te zien in de stadsschouwburg in Amsterdam.
- Bronnen: artikelen van Marian Buys (Volkskrant), Kester Freriks (NRC) en Wijbrand Schaap.
- Boeken: ‘Threads of Time’ en ‘The empty Space’ by Peter Brook.
- Documentaire van Simon Brooks ‘The Tightrope’.’