Frans is gemaakt voor rap. Vergeet al dat Amerikaans-Engelse gehak, luister naar de ritmische drone die goede Franstalige rap biedt. Een van de mogelijke voordelen van een inzichzelfgekeerde VS en een post-Brexit Europa is dat we wellicht wat vaker die prachtige taal van onze zuidelijke Zuiderburen gaan horen. ‘Speak French to me, darling!’ Macron zal er blij mee zijn.
Woensdag 12 juni kreeg het Holland Festival eenmalig bezoek van de Franse eliterapper Abd Al Malik. Deze man rapt niet alleen in het Frans, hij doet dat ook in een Frans dat we kennen, of zouden moeten kennen, van dichters als Rimbaud, Camus, en zeker Jacques Brel. Om maar even een bekendere zijstraat te noemen. Wat Al Malik zegt, klinkt dus fantastisch, en betekent ook nog eens veel.
Straatsburg
De show Le Jeune Noir a l’ Epee (Zwarte jongeling met zwaard) maakte Al Malik in opdracht van het Parijse Musée d’Orsay, dat gewijd is aan de 19e eeuw. Bij een tentoonstelling die gewijd was aan de afbeelding van zwarte figuren in de Franse kunst stelde Al Malik een programma samen van oude en nieuwe songs. Het zijn raps die soms prachtig zijn, soms huiveringwekkend, soms belachelijk sentimenteel en altijd krachtig. Heel Frans dus, en dat is ook wat Al Malik in al zijn werk vertelt: hij is een in Straatsburg geboren en in Parijs getogen Fransman en, al is zijn huid zwart, zijn cultuur is zoveel meer dan alleen die huidskleur.
Al Malik laat zich vergezellen door vier menselijke beeldhouwwerken. Zwarte mannen met lijven die aan het goddelijke raken. Iets wat ze niet onder stoelen of banken steken, overigens, maar niemand die ze dat kwalijk neemt. Het zijn dansers die duidelijk geinspireerd zijn door het bewegingsidioom van de Parijse banlieues: vaak verhalend, met elementen van capoeira en breakdance. Niet het hoogste academische niveau, wel een genot om naar te kijken.
Dat esthetische genoegen gaat op die manier ook een leuke liaison aan met het schilderij dat de titel levert van de voorstelling. Daarop staat de bewuste zwarte jongeling afgebeeld, zwaard over de schouder, met het grote hoofd van een kind en het lijf van een chippendale: schilderkunst legt meer bloot over onze diepere drijfveren dan fotografie ooit zal kunnen.
Mama
Opening en finale van de show van Al Malik zijn overigens prachtig. Middenin zit een dip wanneer Al Malik het voor elke rapper verplichte nummer over zijn moeder doet, en een hoogtepunt wanneer hij Brel eert met een pianostuk van diens vaste pianist.
De dansers kregen het eerste open doekje op het nummer Gibraltar, dat ook inhoudelijk een buitengewoon spannend verhaal vertelt. Het staat niet op het album van deze voorstelling, maar is te beluisteren op het gelijknamige album uit 2006, waar ook de Brel-ode Les Autres glorieert.
Veel Brel zit er ook in de finale. Het nummer Eux maakt uiteindelijk de vredesboodschap van Al Malik glashelder: wij zijn allemaal ‘zij’, en dus moeten we samen onze eigen shit oplossen. Daarmee is Le Jeune Noir a l’Epee de zoveelste voorstelling in dit Holland Festival die niet het onderscheid, maar de verbondenheid tussen mensen en culturen predikt. In het daverende slotapplaus klonk bij het overwegend witte en oudere publiek dan ook een soort opluchting door.