Het Theater aan de Parade begint langzaam maar zeker uit te groeien tot de schandvlek van cultuurpolitiek Den Bosch. De verouderde schouwburg heeft te lage plafonds, te veel pluche, asbest en verleden om de Brabantse provinciehoofdstad nog tot eer te kunnen strekken. Viktorien van Hulst, directrice van het inmiddels 35-jarige Theaterfestival Boulevard, maakte zich tijdens haar openingstoespraak op 1 augustus zowaar echt boos. Boos op het gebouw, boos op de zompige procedures, boos op de druk die het gedoe legt op de toekomst van het festival. Want, stel dat de Bossche politiek opeens mocht besluiten het theater te slopen, dan zal het grootste zomerfestival van de zuidelijke Nederlanden zomaar voor een jaar of tien zonder grote zaal komen te staan.
Nog even los van de garantie op budgetoverschrijdingen en tegenvallende exploitatiebudgetten, omdat wethouders de aanbesteding steevast te laag doen, bouwers bij zulke prestigeprojecten het budget altijd verdubbelen en de kunst uiteindelijk voor dat alles betaalt omdat die voor een winstgevende exploitatie moet zorgen.
EHBO
Toch is er alle reden voor feest op het prachtige plein onder de indrukwekkende Sint Jan. Theaterfestival Boulevard is een volwassen kunstenfestival, waarbij ook, of misschien wel juist, het aanbod in de kleine tentjes tussen de horecapaviljoens, opvallend kunstzinnig is. Een eerste blik op het programma biedt opvallend weinig voorstellinkjes die louter bedoeld zijn voor toeschouwers die dankzij zomer en drank hun kritische vermogens hebben afgeschud. Al maakte ik gisteren dan nog wel een nogal vers staaltje doe-maar-wat-toneel met ehbo-ers van de Veenfabriek mee, maar dat zal wellicht nog groeien.
Uit protest tegen het zachte pluche van de schouwburg was voor de openingsvoorstelling in de grote zaal een festivaltribune met kunststof kuipstoeltjes neergezet. Opdat we zouden beseffen dat theater ook gewoon hard werken is, drukte Van Hulst ons op het hart. Dat bleek dubbel waar, want de hellingsgraad van de tribune bleek voor het stuk The Living van NTGent te klein. Daardoor zag je niets van dat deel van het spel dat zich vooraan het toneel afspeelde, en dat bedierf de lol een beetje. Al is het woord ‘lol’ natuurlijk niet echt op zijn plaats voor een theaterstuk dat handelt over zelfmoord.
Keuzevrijheid
De jonge Duitse regisseur Ersan Mondtag, inmiddels bij de oosterburen uitgeroepen tot hype, toont in The Living twee gespiegelde levens, van twee buurvrouwen in genummerde appartementen. Of zijn het twee mogelijkheden van hetzelfde leven? Dat zou ook kunnen, want Mondtag wil met deze live uitgevoerde videokunst iets zeggen over lotsbeschikking en keuzevrijheid. De zelfmoord van de ene vrouw lijkt niet onafwendbaar, maar de manier waarop Mondtag dat aan het einde forceert heeft meer weg van de overdreven well-made slotaflevering van een Netflixserie dan van iets waarover je nog lang kunt doormijmeren. (spoiler alert:) Iets met een baard van Leopold II en een acteur die besluit dat theater maar theater is.
Dit was nog maar dag 1, en zoals elk jaar zal ook deze editie van Boulevard een paar absolute hoogtepunten brengen om pijnlijke missers als The Living goed te maken. Alleen daarom is een festival als dit al de moeite waard. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de manier waarop Boulevard dit jaar allerlei maatschappelijke vraagstukken het theater in sleept en op maandag, voor wie het allemaal even teveel is geworden, een prikkelarme middag organiseert.
Gekuist
Of over die briljante manier waarop de publieksopening werd gered. De geplande act was in verband met de regen komen te vervallen. In plaats daarvan werd een clubje dansers van hun hotelbed gelicht wier dans eigenlijk bedoeld was voor een oh-la-la-momentje later op de avond. Nu, voor een publiek van kinderen en bejaarden op de eerste rij, deden ze een keurig gekuiste versie, die zomaar op facebook zou kunnen.
Zulk aanpassingsvermogen. Daarvoor moet je echt in Den Bosch wezen.