Vaak eindigen toneelstukken in chaos. Een omgekieperde drankkast, een bloedblad onder royals, we zijn wel wat gewend. Jetse Batelaans nieuwste stuk, barokker en scherper dan hij eerder liet zien, eindigt ook in schoonheid, maar dan is dat eigenlijk het begin. Het einde is namelijk steriel en van elk leven ontdaan. Maar daar begint de voorstelling mee. De artistiek leider van Theater Artemis, een gezelschap dat ook achtjarigen tot zijn doelgroep rekent, draait in ‘Het einde van het begin van het einde’ alles om. En het werkt.
Voor wie nog niet bekend is met het werk van Batelaan: deze theatermaker slaagt erin om toeschouwers al heel erg lang naar bijna niets te laten kijken, waarna ze met enorme verhalen thuiskomen. Teksten zijn er meestal nauwelijks en scenes worden er ook niet echt gespeeld. Je kunt het voor jezelf proberen door op een bankje te gaan zitten op een pleintje, en dan met jezelf af te spreken dat alles wat er voor je ogen gebeurt, theater is, waaraan weken is gewerkt.
Bitterbal achteruit
Zijn nieuwste, ‘Het einde van het begin van het einde’, is meer theater dan eerder werk van Batelaan. Het begint inderdaad met het einde van een theateravond, als de laatste technici het pand verlaten. Nu komen ze dus binnen, achterwaarts. Vanaf nu wordt er anderhalf uur lang de film achteruit gespeeld, wat tamelijk hilarische momenten oplevert, zoals een technicus die zijn hoofd stoot, of een bitterbal die te heet is bij de eerste hap. Doe dat voor jezelf eens achteruit, en je snapt hoe moeilijk het is.
Via allerlei verwikkelingen en paradoxale gebeurtenissen werkt het ensemble toe naar een finale die hartverscheurend mooi is. Uiteindelijk gaat de hele dikke vijf kwartier dat deze voorstelling duurt over de magie van het podium. En dat is iets wat wij nuchtere volwassenen weleens over het hoofd zien. Dat ook wij nog steeds naar toverkunst kijken als we naar het theater gaan. En dat die toverkunst ook voor ons, intelligente mensen, nog steeds werkt. Je zou voor de lol eens naar een jeugdtheatervoorstelling moeten gaan om dat gevoel op te frissen.
Energie
Jeugdtheater, en zeker dat voor de kinderen in de basisschoolleeftijd, doet namelijk niet aan conventies. Dat geldt in ieder geval voor het Nederlandse jeugdtheater, dat al jaren een unieke plek inneemt in de wereld van het theater. Maandag 6 september waren een aantal jeugdtheatermakers uitgenodigd op het Nederlands Theaterfestival om aan Nederlandse theaterstudenten uit te leggen waarom hun vak zo fascinerend is. Het leverde een ontmoeting op waar deze toehoorder een flinke bulk energie van kreeg.
Moniek Merkx kan bijvoorbeeld fijn vertellen over hoe alle anarchie in het jeugdtheater sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw eigenlijk te danken is aan Annie M.G.. In een workshop liet ze – al pratend met de studenten – merken hoe je uit een simpel persoonlijk verhaal van een leerling direct naar een voorstelling toe kunt werken, alleen al door dicht bij jezelf te blijven. Het werk van Merkx, dat met veel muziek en dans gepaard gaat, vindt uiteindelijk zijn oorsprong in die persoonlijke dromen en angsten van het kind in jezelf. Daarom zijn volwassenen bij haar voorstellingen ook steevast na een half uur in tranen, terwijl kinderen nog gefascineerd zitten te kijken.
Nog niet ontdekt beest
Helemaal overdonderend was een presentatie door het educatieve team van Theater Artemis, het Bossche gezelschap van Jetse Batelaan. Tijdens de lockdown konden zij hun voorstellingen niet brengen, maar konden ze wel, met slechts één acteur, theater maken op scholen. Batelaan zette zijn collega’s aan het werk om voorstellingen voor 1 acteur te bedenken, die dan wel drie dagen zouden duren, want dat leek een goed idee in tijden dat reizen en veel verplaatsingen onmogelijk waren.
De ideeën die dat opleverde zijn een apart verhaal waard. Kort gezegd: Batelaan brengt de verbeelding van de kinderen op gang en weet ze drie dagen lang mee te laten gaan in een verhaal dat tijdens de schooldag, en daarna, wordt doorgeleefd. Of het nu gaat om de zoektocht naar ‘Het nog niet ontdekte beest’, of een bouwvakker die drie dagen lang in slow motion in school aan een project werkt: de kinderen zijn in de ban. Wat zou ik graag op mijn lagere school zoiets hebben meegemaakt, in plaats van de poppenkast die we in de jaren zestig op bezoek kregen.
Prijzen
In zijn nieuwste voorstelling toont Jetse Batelaan zich tamelijk somber over de toekomst van het theater. Ik heb de neiging om hem daar, met dat ijzersterke verleden van minstens dertig eeuwen, geen gelijk in te geven. Zijn eigen voorstellingen zijn daar het overtuigendste bewijs van.
O, ja. En waarom je in het jeugdtheater gewoon een zwarte acteur de zoon kunt laten spelen van een witte vader, en het jonge publiek daar geen enkel probleem mee heeft, terwijl dat in het theater voor grote mensen nog steeds niet kan? En waarom komt een acteur in het jeugdtheater eigenlijk niet in aanmerking voor de grote toneelprijzen die nu ook weer op het Theaterfestival gaan worden uitgereikt? Zomaar wat vragen waar ‘de sector’ nog eens goed over na moet denken.