Sorting by

×
Ga naar de inhoud

Thomas Rosenboom werd vader: ‘Als zij 18 is, ben ik 85. Dat moet toch haalbaar zijn?’

Thomas Rosenboom had nooit aan kinderen gedacht; als schrijver leidde hij het leven van een alleenstaande. De roman waar hij al jaren aan werkte, kwam maar niet van de grond. Maar toen hij zijn vrouw leerde kennen, nam het leven een verrassende wending. En kwam er niet alleen een kind, maar ook een boek: Late vader.

Hartelijk opent Thomas Rosenboom de deur van zijn Amsterdamse bovenwoning in hartje centrum. Zijn dochtertje Anne is naar de opvang, zijn vrouw Blandine aan het werk. En de schrijver praat over zijn nieuwe boek, Late vader, een liefdevol werk over zijn vaderschap, de liefde en leeftijd – hoe hij bijvoorbeeld regelmatig door zijn tengere postuur wordt aangezien voor Annes oma.

Rosenboom, die in januari 70 wordt, leerde vrouw Blandine tien jaar geleden kennen. Ze schelen 32 jaar in leeftijd, en toch was het vanaf het begin een diepe liefde. En dat veranderde zijn leven radicaal: al snel gingen ze trouwen en samenwonen – ook een nieuwe ervaring –, werd hij huisman en kregen ze hun dochter Anne.

Op je 66e vader worden – dat roept soms heftige reacties op in de buitenwereld. Rosenboom vertelt over een interview in De Gelderlander, drie maanden nadat Anne geboren was. Bij het artikel stond een foto van hem als trotse vader met zijn pasgeborene op schoot. ‘Ik vertelde over dat huiselijke gedoe en getut dat hoort bij het hebben van een baby, heel onschuldig allemaal, zou je zeggen. Maar het leverde veel negatieve, zelfs hatelijke reacties op.’

U schreef eerder doorwrochte historische romans, geen egodocumenten. Waarom dan nu een werk over uw persoonlijke leven?

‘Dat klopt, in mijn fictie heb ik zelfs nooit een ik-verteller gehad. Dit genre is voor mij opengegaan toen ik voor Van Oorschot een wandelboekje schreef voor de Terloops-reeks. Tien jaar geleden ben ik vastgelopen in een roman, waar ik op dat moment al een jaar of vijf mee bezig was. Het zou een omvangrijk, ambitieus werk over de Amsterdamse kunstwereld gebaseerd op een waargebeurd verhaal over een doek van Piet Mondriaan in het Stedelijk Museum. Ik had veel gelezen, stof genoeg, een goede plotontwikkeling van een eenling die de strijd aanbindt met grote instituties, en ik wist ook hoe ik het zou vertellen, met hoofdstukken die afwisselden tussen heden en verleden. Korton, een mooi verhaal. Maar ik strandde.’

Wat gebeurde er?

‘Ik had een kamertje op de uitgeverij waar ik werkte, en dat gaf me houvast. Maar de uitgeverij verhuisde naar een pand waar geen schrijfkamers meer waren, waardoor ik weer thuis moest gaan werken. Daarbovenop ging mijn toenmalige verhouding uit en had ik medische problemen. Ik kwam gewoon niet meer in dat verhaal. Mijn redacteur probeerde me te helpen door af en toe af te spreken en me met kleine opdrachten aan de gang te krijgen. Maar dat werkte niet. Het schrijven begon me tegen te staan, alleen al naar mijn werkkamer gaan en de computer aanzetten werd een enorme barrière. Ik begon steeds meer op te zien tegen de afspraken met de redacteur, want ik voelde me opgelaten: ik ben die man die het niet meer kan.’

Dat klinkt als een klassieke writer’s block. Wat deed dat met u?

‘Gek genoeg voelde ik me er prima bij; ik vond het zelf niet enorm jammer dat het boek er niet zou komen. Ik had er rust mee; ik hoefde niet per se nog iets te maken of mezelf te overtreffen. Ik had jarenlang hard gewerkt en was redelijk tevreden met wat dat had opgeleverd. Maar toen kwam de vraag of ik voor Van Oorschot dat wandelboekje wilde maken. En dat ging me best makkelijk af. Het was geen literatuurbeoefening, gewone zinnen waren ook goed. Voor mijn doen voelde dat heel ontspannen. Daardoor nam de angst voor het schrijven af en raakte ik ook gewend aan het schrijven in de eerste persoon. Later ontstond het idee om in diezelfde trant een klein, onpretentieus boek te maken over mijn vaderschap.’

Hoe waren de reacties van uw omgeving toen u een relatie kreeg met een vrouw die 32 jaar jonger was?

‘Ik ben heel hartelijk verwelkomd in haar familie. Niemand reageerde er vreemd op. Ik vond het zelf ook niet vreemd, want ik ging met wel meer mensen om die veel jonger of ouder waren dan ik. Ongeveer anderhalf jaar nadat we elkaar ontmoetten, zijn we getrouwd. Ik had nooit een kinderwens gehad, en we hebben het er ook toen niet over gehad. We gingen samen op zoek naar een huis, maar hebben er helemaal niet op gelet of het wel geschikt zou zijn voor een kind, of er ruimte zou zijn voor een kinderkamer. Of ik hier over vijftien jaar nog wel al die trappen op kan. Ik voelde me nog jong, ging naar het café. Voor mijn gevoel was ik helemaal niet zoveel ouder dan Blandine.’

Moest u er twee keer over nadenken toen het onderwerp kinderen krijgen ter sprake kwam?

‘Blandine zei dat ze best graag een kind wilde, en omdat het zo goed ging tussen ons, vond ik het gelijk fantastisch. Doordat ik zo gelukkig was in de liefde, voelde ik me voor het eerst van mijn leven sterk genoeg om die vaderrol te vervullen.’

Was uw leeftijd daarbij een onderwerp van gesprek?

‘We hebben er weleens over gepraat, maar dat is nooit een probleem geweest. Wat daarbij een rol speelde, was dat Blandine op 11-jarige leeftijd haar vader heeft verloren bij een verkeersongeluk. Daar heeft ze natuurlijk veel verdriet van gehad, maar tegelijk had ze in haar jeugd nooit het gevoel dat ze geen vader had of dat hij haar te weinig gegeven heeft. Ze heeft veel steun ontleend aan de mooie herinneringen die ze aan hem had. Hij is altijd bij haar geweest, zo voelde dat. En daarvoor gaan wij ook zorgen voordat ik de geest geef. Al hoop ik wel langer bij Anne te blijven dan tot haar elfde. Ze is nu 3, ik ben bijna 70. Toen ik zelf het huis uit ging, was ik 18 en wilde ik niet veel meer van mijn ouders weten. Ik zou Anne in elk geval graag een volledige opvoeding geven. Als zij 18 is, ben ik 85. Dat moet toch haalbaar zijn?’

U wilde nooit kinderen en nu bent u fulltime huisvader.

Rosenboom lacht. ‘Ja, maar ik was eigenlijk al schrijver in ruste. Ik was al verlost van mijn ambitie. Als ik haar had gekregen op mijn 30ste of 40ste zou ik heel gefrustreerd zijn geraakt. Ik ben oprechter in mijn belangstelling voor anderen dan vroeger. Destijds wilde ik het liefst alleen maar praten over waar ik aan werkte, omdat ik daar dan zo vol van was. Nu ben ik een en al aandacht en geduld. Ik ben een leuker mens geworden. Maar dat komt misschien nog wel meer doordat ik ben gestopt met schrijven dan door mijn vaderschap.

De omslag naar dat huiselijke, dat gezinsleven, was al begonnen toen ik Blandine ontmoette. Vanaf dat moment waren we samen, stopte ik met naar het café gaan en laat naar bed gaan, met roken en later ook met wijn drinken. Dankzij mijn harmonieuze verhouding heb ik dat achter me kunnen laten.’

Wat is het leukste aan vader zijn?

‘Spelen is leuk, maar het meest houd ik van de terloopse dingen. Dat ze zomaar mijn hand pakt, terwijl ze niet naar mij, maar omlaag naar de grond kijkt omdat ze bezig is met steentjes en bladeren o de grond. Of dat ze banaan in plakjes snijdt en dat ze mij de allerdunste geeft en de dikke schijfjes zelf houdt. Ja, dan voel ik me écht een vader.’

Thomas Rosenboom, Late Vader (246 p.)

Prometheus, € 22,99

Thomas Rosenboom (1956) debuteerde in 1982 met de novelle Bedenkingen. Zijn eerste roman, Vriend van verdienste, verscheen in 1985. Voor zijn twee daaropvolgende romans Gewassen vlees (1994) en Publieke werken (1999) won hij de Libris Literatuurprijs. In 2004 was hij de auteur van het Boekenweekgeschenk met de novelle Spitzen. De rode loper is de titel van Rosenbooms laatste roman, uit 2012. In 2020 verscheen zijn vorige novelle De grote ronde, een deel in de Terloops-wandelserie.

Tags:

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.