Het kunstsubsidiesysteem is als een huis, dat iets te vaak van eigenaar verwisselt. De vorige eigenaar heeft in 2008 na lang vergaderen een nieuwe keuken ingebouwd, de badkamer vervangen, een nieuwe cv-ketel + vloerverwarming aangelegd en de buitenboel fris in de verf gezet. Hij moest echter voortijdig verhuizen, en nu is de nieuwe eigenaar van plan om de oude keuken terug te zetten, de luxe vloerverwarming er weer uit te slopen, en de buitenboel weer in de oude kleuren terug te verven. De badkamer wordt vervangen door een douchecel. Want volgens de nieuwe eigenaar past zoveel luxe niet in het straatje met knusse eengezinswoningen. Het kost een paar duiten, maar daarna ben je toch goedkoper uit, zegt hij.
Het cultuurbeleid moet anders, vindt het verse kabinet CDA-VVD+/-PVV. Daarom moet er een nieuw systeem van subsidiëring en beoordeling komen. Kwaliteit blijft bovenaan staan in de criteria, maar de definitie van kwaliteit verandert wel: onlosmakelijk moet daaraan verbonden zijn dat die kwaliteit ook door een breed publiek wordt gewaardeerd en erkend. Verder moeten kinderen en jongeren toegang krijgen tot cultuur. Klinkt niet eens zó beroerd.
Tot zover de uitgangspunten voor het Cultuurbeleid, door de nieuwe staatssecretaris Halbe Zijlstra opgeschreven in zijn uitgangspuntenbrief, die vandaag naar de tweede kamer is gestuurd, en waarin de reeds gevreesde korting van 20 tot 30 procent op de podiumkunstensector als gegeven wordt gepresenteerd.
Probleem is dat de uitgangspuntenbrief een pas twee jaar geleden ingevoerde en geweldig ingrijpende stelselwijziging naar de prullenbak verwijst. Al het geld dat in het ontwikkelen van die nieuwe structuur is gestoken, is daarmee weggegooid, terwijl die nieuwe structuur nou net was bedoeld om dat te bereiken wat het nieuwe kabinet beoogt: een transparant subsidiesysteem, waarbij vaste waarden worden beschermd, en vluchtige waarden aan een strenge toetsing worden blootgesteld. Het systeem leek iedereen te bevallen, en over twee jaar, in 2012, zou ook gaan blijken hoeveel efficiencywinst ermee geboekt was. Nu is het systeem vóór dat moment al naar de prullenbak verwezen, en moeten er opnieuw miljoenen gestoken worden in externe adviseurs en juridische procedures. Bovendien is de sector gedwongen om in het overgangsjaar 2013 pas op de plaats te maken, omdat niet duidelijk is wie op welke manier door mag gaan in 2014. Festivals, orkesten en theaters, die vaak meerdere jaren vooruit móeten plannen, komen daardoor in zeer ernstige problemen.
De vraag is waarom het ministerie kiest voor deze openlijke kapitaalvernietiging. De sector wordt al drie keer zwaarder getroffen dan iedere andere sector in Nederland (30% korting op kunst tegenover 9% op andere sectoren), maar het opnieuw bedenken en optuigen van een subsidiesysteem, inclusief de fiscale goochelarij met een ‘geefwet’, (waar op zich iedereen alleen maar voor kan zijn), kost ook nog eens heel veel geld. En dat geld was al uitgegeven aan het systeem dat nu net was ingevoerd.
Het antwoord op deze vraag is wel te lezen in de uitgangspuntenbrief: de 200 miljoen bezuiniging is niet te halen bij een handhaving van het huidige stelsel. 50 miljoen bezuinigen kan nog wel, op dat soort noodsituaties was het gloednieuwe stelsen namelijk ingericht. Dan zou met een kaasschaaf hier en een opheffinkje daar de schade te overzien zijn geweest. Het bestaande stelsel was echter niet ingericht op een halvering van het budget. Dat had geen adviseur tot een maand of twee geleden in zijn advies durven neerpennen.
Daarom draait Halbe Zijlstra de vernieuwing en efficiency-verbetering van de basisinfrastructuur terug. Het oude systeem leent zich beter voor grove ingrepen. O, ja, en natuurlijk komt er een vorm van burgerbeoordeling in de plaats van de peer review die nu geldt. Hoezeer daar ook iets voor te zeggen valt, we moeten vrezen voor het ergste: een goed burgerbeoordelingssysteem is vele malen duurder in organisatie en opzit dan het huidige systeem van commissies van deskundigen, omdat de burgerjury’s goed op de hoogte moeten zijn van het gebied waarover ze beslissen. Dat kost geld. Veel geld. En laat dat er nou net niet zijn.