‘Jongeren kunnen heel goed zelf bepalen waar ze wel of niet heen willen gaan. En toevallig is dat meestal niet naar het theater. So what? Dat komt vanzelf wel. Jongeren maken hun eigen keuzes en daar zit nu eenmaal vaker een houseparty bij dan een toneelstuk. Als je ze naar binnen sleurt, werkt dat averechts. En vooral geen verplichte boekenlijstvoorstelling, opgeluisterd met net die verkeerde houseplaat. Dus kun je beter een voorstelling maken die gewoon goed is, en waar je zelf helemaal in gelooft. Zeker voor jongeren. Als je zomaar een geintje uithaalt word je neergesabeld.’
Matthijs Rümke ten voeten uit. Bovenstaand citaat tekende ik eind jaren negentig van de vorige eeuw op tijdens een interview met de man die gisteren, op zaterdag 12 september 2015, overleed. Matthijs Rümke was een man met een missie, maar ook iemand die gretig voor het spelplezier ging. Spelplezier is ook het belangrijkste wat me bijblijft van zijn werk. Of het nu in het jeugdtheater was, waar hij echt prachtige dingen heeft gemaakt bij het Bossche jeugdtheater Artemis, of bij Het Zuidelijk Toneel.
Er vol ingaan, vol overtuiging: ik blijf Matthijs Rümke in herinnering houden als iemand die populaire en hoge cultuur wilde verenigen. Het was niet altijd makkelijk om de balans te vinden. De prachtige Driestuiveropera die hij bij het Noord Nederlands Toneel maakte was legendarisch omdat hij én de jongens van Cabaretgezelschap De Ploeg, én Bertolt Brecht, én Carice van Houten tot een prachtige, actuele en betekenisvolle eenheid wist te smeden. In Hit! bij Artemis heb ik een jonge Martijn Fischer (André Hazes) gezien, die inderdaad toen al minstens even goed kon zingen als acteren. En een paar jaar terug regisseerde hij de Tom Waits-versie van Richard III van Shakespeare met evenveel gretigheid als die eerdere muzikale stukken. Wederom bleef het spelplezier me het meest bij.
De laatste jaren kon ik Matthijs Rümke’s werk minder volgen. Jammer, omdat hij als artistiek leider van het prestigieuze Zuidelijk Toneel een nieuwe betekenis zocht in zijn werk: politieker, meer maatschappelijk betrokken. Nog steeds zette hij cabaretiers, nieuwslezers, acteurs en muzikanten bij elkaar op het toneel, maar de boodschap werd belangrijker dan de vorm. Dat pakte, als ik de kritieken mag geloven, niet altijd even gelukkig uit, maar de missie was nog altijd spannend.
Ik zag het laatste stuk waaraan Matthijs Rümke meewerkte nog tijdens het afgelopen festival Boulevard in Den Bosch. Hij kon er zelf niet meer bij zijn, maar het hele project straalde wel de inhoudelijke inzet van Rümke uit. De mix van live theater, TED talk en opgenomen interviews, uitgevoerd en aan elkaar gepraat door Lucas De Man, was intiem en vrolijk als het beste wat Rümke daarvoor had gemaakt, en bevlogen en betrokken zoals Matthijs Rümke wilde zijn.
Die Lucas de Man verenigt alles in zich wat Matthijs Rümke van het theater wilde. Hij is showman, intellectueel, regisseur en buitengewoon goed acteur. De Man wilde Matthijs Rümke niet opvolgen als artistiek leider van Het Zuidelijk Toneel, omdat hij dat een te zware last vond. Hij is er wel lid van de artistieke raad. Laat het een troost zijn dat het gedachtengoed van Rümke veilig is bij deze jonge theatermaker.
De koning is dood. Lang leve de koning.