Tijdens Writers Unlimited mengen schrijvers zich vaak clandestien onder het gewone volk. En dan vooral de jongere, internationale auteurs, in tegenstelling tot de Adriaan van Dissen van deze wereld die geen stap kunnen verzetten zonder bedolven te worden in een scrum van literaire groupies. Zo kan het dus gebeuren dat je meerdere malen bier staat te drinken met iemand die ineens, geheel onverwacht, een geniaal auteur blijkt te wezen. Zoals Andrès Neuman.
Neuman – klein van stuk, diabolisch grijzend – maakt het gespreksleider Bas Heijne in eerste instantie niet gemakkelijk. Beleefd gaat hij in op Heijnes goedbedoelde vragen, maar de lol is ver te zoeken. Na wat wederzijds aftasten komt Neuman toch wat losser.
En verdomd.
Wat begon als een ronduit saai vraag & antwoordgebeuren ontwikkelt zich toch een prachtig gesprek over rouw, zorgzaamheid, lust en pijn. Over ouder worden en geliefden tot in de dood blijven verzorgen. Over afscheid nemen, sterven en over donkere geilheid als compensatie voor onoverkomelijk verdriet. En over ongerichte schuld. Centrale thema’s in Neumans werk, die na het epische en vuistdikke De Eeuwreiziger (2009) vooral naar voren komen in zijn meest recente boek, Stille Sprekers (2012).
Neuman toont zich een innemende verteller die de ene na de andere schitterende, introspectieve oneliner uit z’n mouw schudt, zonder daar vervolgens onsmakelijk zelfingenomen over te doen. Volstrekt ongedwongen, en daardoor sympathiek:
“Rouw is masturbatie van je eigen pijn.”/ “Het is de missie van elke schrijver om elke keer opnieuw een éérste roman te schrijven.”/ “Hoe meer je leest des te langer je leven wordt. Al die verhalen worden nieuwe herinneringen en werken door in je ‘echte’ leven.”/ “Het verleden doet pijn totdat het je gezelschap kan houden.”
Enzovoorts…
Andrès Neuman horen spreken is zijn boek willen kopen. Dus dat heb ik dan maar gedaan.