Je kunt het Coronavirus veel kwalijk nemen, maar het goede nieuws is dat er sinds een dik half jaar eindelijk serieus over kunst wordt gepraat in politiek Den Haag. Het debat over de cultuurbegroting 2020 en het kunstenplan 2020-2024 dat daarin is vastgelegd, verliep maandag 23 november opvallend levendig. Het leverde ook nog wat substantieels op.
Productiehuizen Frascati en Plan Brabant werden door de minister beloond voor hun degelijke werk om wegbezuiniging te voorkomen. Ze maakten een nieuw plan om samen een gat in het talentontwikkelingssysteem te vullen. Slim en vooral niet eerder vertoond. De minister gaat nu, zoals ze zei, ‘met een gebaksvorkje door de cultuurbegroting op zoek naar geld’ om de plannen ter waarde van 1,4 miljoen euro te kunnen honoreren.
Cherrypicking
Z’n redding op het laatste moment is niet heel uniek in de Nederlandse cultuurpolitiek. In dit geval was het wel goed om te merken dat eigenlijk iedereen – binnen de cultuursector en over de breedte van het politieke spectrum – ervoor was. Ook de VVD, die onder woordvoerder Zohair El Yassini het laatste jaar opvallend deskundig en mild is over de sector, al was die dan wel weer bang dat het cherrypicking – met of zonder gebaksvorkjes – wel erg bont zou worden. Hij kan gerust zijn: redding voor de twaalf instellingen die onder de zaaglijn vielen bij het Fonds Cultuurparticipatie gaat er niet van komen, ook al waren meerdere partijen genegen om er iets voor te gaan zoeken.
Een ander heikel punt waar nu iets aan gedaan wordt, is wat we eerder deze maand meldden: instellingen, vooral musea, die door hun gemeente gesteund werden door opschorting van de huur, zagen dat in mindering gebracht op hun noodsteun vanuit de overheid. Ingrid van Engelshoven heeft inmiddels met haar collega van Sociale Zaken geregeld dat die idiote regel verdwijnt. Het gaat ook op voor steun in de vorm van leningen door Cultuur+Ondernemen en andere rijksfondsen: die worden niet langer in de omzet meegerekend voor de bepaling van de hoogte van de NOW.
Kleine makers niet beter af
Gemeentes die het geboden geld voor cultuurredding besluiten te besteden aan het verlagen van de parkeertarieven zijn overigens vrij om dat te doen. ‘Zo werkt de democratie’, stelde de minister, ‘maar een wethouder die dat doet kan wel een telefoontje van mij verwachten.’ Wij wachten even af hoeveel wethouders daarvan terugschrikken.
Zelfstandige makers waren het andere agendapunt. Zij vallen met kun kleine kunstpraktijk nogal eens buiten de boot voor de grotere coronasteun, en in de vernieuwde TOZO telt het inkomen van partners en eigen spaargeld mee. Dat kost veel kleine ondernemers in de kunstsector veel geld. Velen zijn genoodzaakt zich te laten omscholen. Daar refereerde de minister opvallend vaak aan. Feitelijk betekent dat, dat kunstenaars die niet nu al ergens onder de douche staan van de trickle-downsteun die naar grotere instellingen gaat, het zelf moeten uitzoeken. Met hun partner, of hun huis.
Deprimerend
Wat voor de kleine zelfstandige makers geldt, geldt voor meer dingen op de verlanglijsten van de sector. De kunstsector, en zeker ook de evenementensector moet gewoon net als iedereen in de rij staan voor steun. Ingrid van Engelshoven had geen enkele intentie om de cultuursector een uitzonderingsplek te geven, zoals dat onlangs wel in Duitsland is gebeurd. Dus: geen steun voor het nachtleven, maar mogelijk wel een keer goed kijken naar De Parade.
Over het verschil in behandeling tussen luchtvaart en cultuur, of bouwmarkten en cultuur, weinig hoopvols. Met het redden van Frascati en in ieder geval een Kamer die wel degelijk het belang van de sector inziet, is de meest deprimerende gebeurtenis van het jaar – het cultuurbegrotingsdebat – toch nog met een paar lichtpuntjes afgesloten.
Maar we gaan een heel erg zware tijd tegemoet.