Goed nieuws uit Frieslân. De vijf grotere theaters in de zelfstandigste provincie van Nederland gaan intensief samenwerken om zo samen de coronacrisis te lijf te gaan. In een verklaring laten zij weten niet alleen in het presenteren van kunst elkaar te gaan helpen, maar ook in het (mogelijk) maken van kunst. Wat coronatechnisch in Sneek niet kan, is wel mogelijk in Drachten, en Leeuwarden kan Heerenveen bijstaan. Dit is groter nieuws dan het lijkt.
Nederlandse kunst wordt in een heel raar systeem gemaakt en gepresenteerd: wat er gemaakt wordt, bepalen niet de lokale overheden, maar dat doet het rijk. De steden op hun beurt moeten zorgen dat dat rijksgesubsidieerde aanbod ook nog wordt gepresenteerd. Hoewel een tikje kort door de bocht, is dat de samenvatting van ons kunstbeleid sinds 1986.
Kip
Een paar jaar geleden probeerde de Raad voor Cultuur voorzichtig iets met een een regionale infrastructuur, maar daar werd na een paar maanden niets meer van gehoord. De kunstsector zelf bleek als de dood voor de regionale en lokale overheden en hun kunstbeleid. Je hoeft maar even naar Brabant te kijken om te zien hoe terecht die vrees is. Dat het stompzinnige lokale en regionale kunstbeleid ook komt doordat daar nog nooit iemand echt inhoudelijk over kunst heeft hoeven nadenken, want rijkstaak, is dus een gevalletje kip-ei.
Maar nu gaat Friesland toch het goede voorbeeld geven. De deuren onderling open, niet doen of je elkaars grootste concurrent bent. Het lijkt zo simpel, het is ook simpel, maar er moesten wat luikjes voor open in de hoofden van directies en beleidsmakers.
Anderhalvemetermaatschappij
In de verklaring staat het zo: ‘De bestaande zalen en gebouwen zijn niet in elk scenario op de gangbare wijze bruikbaar. Het is nodig op zoek te gaan naar alternatieve vormen van ruimtegebruik en alternatieve ruimtes binnen de anderhalvemetermaatschappij. Het Verbond wil dit doen door repetitie en montageplekken voor makers en gezelschappen te bieden, hotspots te bieden voor experiment en bijzondere ontmoetingen. Daarnaast wil het een ontmoetings- en werkplek voor zzp’ers en onderwijs zijn, tezamen met een loket en ontmoetingsplek voor diverse maatschappelijke diensten alsook een festival- en ceremonie-locatie voor externe partijen.’
Eerder dit jaar bracht de Amerfoortse DJ en zalenboer Bernard van Gellekom een soortgelijk idee ten berde in onze podcast. ‘Gebruik elkaars ruimte en expertise, en geef elkaar vooral die ruimte.’ Zitten natuurlijk haken en ogen aan, en het bericht werd een beetje weggehoond, maar wat Friesland nu van plan is, komt een beetje in die richting. Zo ontwikkelen we nieuwe dingen, juist door samen de nieuwe tijd tegemoet te gaan. Laten andere (stedelijke) regio’s hier een voorbeeld aan nemen.