Het is snikheet in Parijs op de dag van het interview met Tatiana de Rosnay (58). In haar nieuwe roman Bloemen van de duisternis gaat Parijs gebukt onder een zoveelste hittegolf, waarbij de thermometer de 48 graden aantikt. ‘De afgelopen dagen was het bijna net zo erg als in mijn boek,’ vertelt De Rosnay via Zoom vanuit haar Parijse werkkamer. ‘Ik leef net als mijn hoofdpersoon Clarissa op de bovenste verdieping, en het wordt daar erg heet. Op een gegeven moment was het 42 graden.’
Aanslagen
Het was niet de enige bizarre parallel tussen het boek en de werkelijkheid. De dystopische roman, over schrijfster Clarissa die na een scheiding van haar man een etage betrekt in een appartementengebouw voor kunstenaars, speelt zich af in een nabije, maar herkenbare toekomst. Aanslagen hebben de Eiffeltoren in Parijs, de Londense Big Ben, de Sixtijnse kapel in Rome en het San Marcoplein in Venetië verwoest, en Europa gaat gebukt onder de klimaatverandering, die steeds ergere hittegolven tot gevolg heeft. Bijen, bomen en bloemen zijn er bijna niet meer. De samenleving wordt beheerst door technologie – zelfs seks en liefdesrelaties worden overgenomen door robots. Maar dat is niet het enige wat Clarissa zorgen baart; in haar appartement wordt ze dag en nacht in de gaten gehouden door camera’s. Haar fysieke en geestelijke gezondheid wordt niet alleen voortdurend gemonitord, maar ook – denkt ze – negatief beïnvloed. Daardoor laait ook het oude verdriet over het verlies van haar zoontje weer op. Clarissa begint zich steeds onveiliger te voelen, helemaal als een van haar medebewoners zomaar ineens verdwijnt.
Corona-lockdown
De Rosnays boek lag nog maar twee dagen in de winkel toen de corona-lockdown Parijs veranderde in een spookstad. ‘Het was haast alsof ik in mijn boek terechtgekomen was: lege straten en drones die rondvlogen en mensen opdroegen om naar huis te gaan. Al die beelden die ik een jaar eerder had bedacht terwijl ik dit boek schreef, voltrokken zich nu voor mijn ogen, in het echt. Ik was net als Clarissa een schrijfster die opgesloten zat in haar appartement, want we mochten maar één uur per dag naar buiten.’
Hoe ironisch dat uw boek onder meer gaat over de negatieve kanten van de digitalisering, terwijl u nu noodgedwongen alle promotie digitaal moet doen.
‘Het is inderdaad héél ironisch om zo sterk op technologie – computers, telefoons – te moeten vertrouwen, terwijl mijn boek daar kritisch over is en mijn heldin daar zo bang voor is. Dat had ik nooit kunnen verzinnen. Mijn hele tournee is afgeblazen, maar ik heb allerlei interviews gedaan via videobellen en andere sociale media, en tv-shows via Skype en Zoom. Een bizarre ervaring.’
Sombere toekomst
Deze roman schetst een tamelijk somber beeld van de toekomst. Bent u daar angstig voor?
‘Ik denk dat dit boek gaat over wat ons bijna allemaal angst aanjaagt: terroristische aanslagen, de klimaatveranderingen, het feit dat kunstmatige intelligentie en robots steeds meer ons leven bepalen en overnemen… Hoewel het einde van het verhaal licht en hoopvol is, is de sfeer inderdaad misschien wel wat donkerder dan in sommige andere van mijn boeken. Als je over het verleden schrijft, zoals ik deed in Haar naam was Sarah, betreft dat iets wat al is gebeurd en waartoe je je kunt verhouden, of waarvan je zelfs kunt helen. De toekomst is nog ongewis, en om die reden beangstigender. We hebben er geen controle op en weten niet wat ons en onze dierbaren te wachten staat, behalve dan dat we dood zullen gaan.
Het verhaal speelt zich af over een jaar of vijftien, morgen dus, zelfs bijna vandaag. Drones, robots, virtuele assistentie, de vervuiling en het uitsterven van de bijen – ik heb niets verzonnen wat niet al bestaat. Tegelijk is het een heel intiem boek, over het huwelijk en de seksualiteit van een vrouw, over moederschap en creativiteit en hoe technologie elk gebied overneemt. Daarom wilde ik dat mijn hoofdpersoon, Clarissa, een heel geloofwaardige, échte persoon zou zijn met wie de lezer zich zou kunnen verbinden. De titel Bloemen van de duisternis verwijst naar hoe Virginia Woolf paranoia omschreef: de kleine knoppen van angst die in onze geest tot bloei komen. Alles wordt altijd erger, zeker in onze gedachten. Daar moeten we hoop en een vorm van geloof en vertrouwen tegenoverstellen. Zoals de vader van Clarissa doet, die in alle omstandigheden positief en optimistisch blijft.’
Hoofdpersonen op leeftijd
Hij is 99, Clarissa 73 – geen gebruikelijke leeftijd voor de gemiddelde hoofdpersoon van een roman.
‘Ik ben er heel trots op dat mijn heldin een oudere vrouw is. Niemand vindt het leuk om oud te worden, maar tegelijk worden we als mens steeds ouder en ouder. Het vreemde is dat als steeds meer mensen in de negentig worden, we na ons zestigste nog een heel leven te gaan hebben – dus hoezo zijn we vanaf ons zestigste al oud? Misschien wordt het tijd daar anders over te gaan denken. Clarissa’s dochter is in de veertig, haar kleindochter is een tiener. Alle generaties spelen in het boek een rol. Ik denk dat de pandemie ons de laatste tijd heeft doen beseffen hoeveel onze oudere generaties ons waard zijn, en dat we hen moeten beschermen. Toen ik op internet een filmpje zag waarbij mensen met een plastic jas hun bejaarde ouders konden omhelzen, moest ik huilen. Ik heb mijn ouders, beiden in de tachtig, nog steeds niet kunnen knuffelen, en ik mis dat zó erg.’
Twin Towers
In uw nabije toekomst zijn culturele monumenten zoals de Eiffeltoren vernietigd. Welke invloed hebben de aanslagen in Parijs op u gehad?
‘Die aanslagen waren vreselijk; vrienden van me hebben dierbaren verloren. Maar meer dan de recente aanslagen in Parijs speelde het iconische beeld de aanslagen op de Twin Towers door mijn hoofd. Het vliegtuig dat zich in de toren boort, de torens die vervolgens instorten… Dat staat bij mij en veel andere mensen in het geheugen gegrift. Dat geldt ook voor de beelden van de Taliban die die prachtige, eeuwenoude Boeddha’s in Afghanistan opbliezen – ik werd er ziek van toen ik het zag. Vanuit het raam op mijn werkkamer zie ik de Eiffeltoren en ik bid dat die nooit zal verdwijnen. Als mens zijn we verbonden met ruimtes; met ons huis, maar ook met andere gebouwen. Het vernietigen van culturele symbolen, gebouwen waar we mee zijn opgegroeid en waar we van houden, is een verwoesting van identiteit. Dat is schokkend en ingrijpend, zelfs als het niet in je eigen land gebeurt. Ik twijfelde nog of ik de Notre-Dame of de Eiffeltoren zou kiezen, maar toen werd de Notre-Dame getroffen door brand. Al die beelden van de brandende kerk… ik kon het niet aanzien.’
De kracht van cultuur
Onze cultuur, onze verbeeldingskracht en de mogelijkheid iets te scheppen wat er nog niet was, is het enige wat de mens onderscheidt van robots, schrijft u. Wat kan literatuur uitrichten in een tijdsgewricht als dit?
‘Waartoe namen we allemaal onze toevlucht toen we vanwege corona zaten opgesloten? Muziek, films, boeken. Ik luisterde veel naar David Bowie, en las het nieuwe boek van Patti Smith en eentje over Giuseppe Verdi en zijn opera La traviata. Ik denk dat kunstenaars een essentiële rol zouden moeten hebben in onze toekomst. Want het is de menselijke verbeeldingskracht, onze fantasie, die ervoor zorgt dat we geen machines worden. Robots kunnen geen emoties kunnen opwekken, dat wat boeken, films, beeldende kunst en muziek wel doen. De waarde van kunst zit ‘m erin dat het verschillende en onbekende stemmen laat horen, uiting geeft aan alles waar we over twijfelen, dat het je in contact brengt met nieuwe of verrassende denkbeelden, of misschien wel choqueert. Maar daarvoor moet degene die creëert de moed hebben te durven afwijken van de massa, en dat is kwetsbaar. In de wereld van vandaag is het grote gevaar is dat alles mainstream wordt of dat we zo lui worden dat we zelfs onze scheppingskracht gaan uitbesteden aan apparaten.’
Bloemen van de duisternis van Tatiana de Rosnay is verschenen bij AmboAnthos, € 21,99