Nous sommes en 1895. Le colonel Georges Picquart (Jean Dujardin) vient d'être promu, à sa propre surprise, à la tête du service de renseignement de l'armée française. Pour se débarrasser de l'odeur d'égout qui y règne, au propre comme au figuré, il tire frénétiquement sur la fenêtre du bureau moisi. Elle ne s'ouvre pas.
Een raak beeld in J’Accuse, een van de meest besproken films van dit moment. Deze reconstructie van de destijds valselijk van spionage beschuldigde Franse legerkapitein Alfred Dreyfus is het middelpunt van veel rumoer. Maar de discussie gaat niet over de inhoud. De opwinding betreft de reputatie van de regisseur. Fel protesterende demonstranten verhinderden in Parijs zelfs een eerste voorstelling van dit al met een Zilveren Leeuw (Venetië) bekroonde historisch drama. Wat niet verhinderde dat J’Accuse ook met twee Césars werd onderscheiden en in Frankrijk veel publiek trok.
Agression
In de jaren zeventig vergreep Polanski zich aan de toen 13-jarige Samantha Geimer. De filmmaker, die uitdagend werk van grote faam op zijn naam had staan (Rosemary’s Baby, Chinatown), bekende onwettige seks te hebben gehad. Dat moest tot een schikking leiden. Maar toen alsnog een rechtszaak met mogelijk zware straf dreigde vluchtte hij naar Frankrijk. Het land waar hij sindsdien voornamelijk werkte en verbleef.
De kwestie bleef niettemin smeulen, ook omdat zich meer vrouwen meldden met vergelijkbare ervaringen. Beschuldigingen die Polanski op zijn beurt fel ontkende. Zijn Carnage (2011) werd nog zonder commentaar of problemen in Nederland uitgebracht. Maar distributeur Cinéart krabde zich nu met J’Accuse toch even achter het oor. En bedacht een aangepaste formule.
Want in het MeToo-tijdperk roept een beschuldiging van seksueel wangedrag veel fellere reacties op. Vorig jaar november maakte de fotograaf Valentine Monnier bekend dat ze in 1975 – ze was toen achttien – door Polanski was verkracht. Een onthulling die werkte als de spreekwoordelijke lont in het kruitvat. De Franse première van J’Accuse werd plots een omstreden gebeurtenis. Zelfs mensen die menen dat je altijd onderscheid moet maken tussen de kunstenaar en het werk hebben het er moeilijk mee.
Reconstruction méticuleuse
Terwijl het filmverhaal op zich geen enkele aanleiding tot controverse geeft. J’Accuse is gebaseerd op het op uitvoerige historische research gebaseerde boek van de eerder met Polanski samenwerkende Robert Harris. De film ontvouwt zich als een nauwgezette, hoewel niet bijzonder originele reconstructie van de affaire Dreyfus. Het politiek en juridisch schandaal dat aan het eind van de negentiende eeuw Frankrijk in rep en roer bracht. Wat goed werkt is de keus van Harris om er niet een slachtofferverhaal van te maken, maar een klokkenluidersdrama met Picquart in de hoofdrol.
Na de indringende opening met de publieke vernedering van de onterecht wegens hoogverraad tot levenslange verbanning op Duivelseiland veroordeelde Dreyfus komt deze weinig meer in beeld. Datzelfde kan overigens gezegd worden van de verwoede pogingen van zijn familie om eerherstel te bewerkstelligen. Iets dat best wat meer belicht had kunnen worden.
L'antisémitisme
Picquart treft als nieuwbakken leider van de geheime dienst een verrotte, van gesjoemel en eigenbelang aan elkaar hangende organisatie aan. Ook het in die tijd levende antisemitisme is daar gemeengoed, zo laat de film zien. Toch al van plan er de bezem door te halen, ontdekt het nieuwe hoofd bij toeval dat de veroordeling van Dreyfus rust op de mogelijk opzettelijk foutieve beoordeling van het handschrift van de spion. Het zet Picquart op het spoor naar de werkelijke dader, iets wat hem niet in dank wordt afgenomen. Harris en Polanski zetten hem neer als de volstrekt integere held die rechtvaardigheid stelt boven eigenbelang.
Tekenend is in dit verband ook de flashback naar de tijd waarin Dreyfus een leerling van Picquart was. Dreyfus vermoedt dat hij een slechte beoordeling heeft gekregen omdat hij joods is. De repliek van Picquart is dat hij weliswaar niet bepaald van joden houdt, maar dat discriminatie voor hem uit den boze is.
Emile Zola
Aldus ontvouwt J’Accuse zich deels als een ambitieus hoewel niet heel origineel of verrassend historisch drama. Als realistisch tijdsbeeld overigens schitterend vormgegeven, maar dat is natuurlijk niet het belangrijkste. De hoofdlijn is een betrekkelijk conventioneel klokkenluidersverhaal dat nauwgezet de stappen van Picquart volgt en de conflicten toont waarin hij verzeild raakt. Een zijlijntje is gewijd aan de affaire die hij heeft met de vrouw (Emmanuelle Seigner, echtgenote Polanski) van een politicus. Maar buiten dit persoonlijke detail is J’Accuse toch vooral een film die mikt op de reconstructie van gebeurtenissen en botsingen voor de rechtbank. Met als hoogtepunt het vlammende protest van de schrijver Emile Zola, waar de film de titel aan ontleend. En dat Zola een jaar gevangenisstraf wegens belediging opleverde.
De rol die het antisemitisme bij een en ander speelt komt duidelijk naar voren. Net als de neiging om feiten en waarheidsvinding ondergeschikt te maken aan emoties, vooroordelen, eigenbelang en de reputatie van leger en andere instellingen. Of je een en andere moet zien als een verwijzing naar de actuele situatie is een kwestie van interpretatie. Herkenbaar is het wel.
Une vie troublée
Beschouwingen over de volstrekt politiek correcte film zelf zijn intussen geheel overschaduwd door het rumoer rond de regisseur. In zekere zin is het een voortzetting van de trend om, in ieder geval in psychologisch opzicht, verbanden te leggen tussen Polanski’s films en zijn eigen roerige leven. Een verband dat Polanski zelf doorgaans ontkent.
Roman Polanski werd geboren in 1933 in Parijs. Kort voor de Tweede Wereldoorlog verhuisden zijn Pools-joodse ouders terug naar hun eigen land. Tijdens de Duitse bezetting ontsnapte hij aan het getto van Kraków, zijn moeder kwam om in Auschwitz. Zijn filmdebuut Mes in het water (1962) draaide hij in Polen, waarna hij het land verliet om aan het daar heersende Stalinisme te ontsnappen. Niet lang daarna, in 1969, werd zijn toenmalige echtgenote Sharon Tate vermoord door de Manson-sekte. Chinatown (1974) leek het begin van een vruchtbare Hollywoodcarrière, tot de dreigende veroordeling wegens misbruik van Samantha Geimer hem naar Europa deed vluchten. De dreiging van uitlevering aan de Verenigde Staten bleef boven zijn hoofd hangen.
Déclarations
Comment J’Accuse zich nu verhoudt tot de opnieuw opgelaaide beschuldigingen is ingewikkeld. Dat Dreyfus onschuldig was is inmiddels boven iedere twijfel verheven. Wat dat betreft heeft, voor zover ik weet, niemand opmerkingen gemaakt over de inhoud van de film. Iets anders is in hoeverre Polanski, die immers schuld heeft bekend in de kwestie met Geimer, mogelijk een overeenkomst ziet tussen de behandeling van Dreyfus en de ‘heksenjacht’ (zoals hij het noemt) waar hij zelf mee te maken heeft.
In een interview dat aan het persmateriaal voor Venetië is toegevoegd stelt hij dat hij in de zaak Dreyfus dingen herkent die hij zelf heeft ervaren. Dat heeft hem geïnspireerd. Hij herinnert zich hoe hij na de dood van Sharon Tate door sommige media als verdachte werd aangemerkt. En ook hoe ‘absurde verhalen’ van vrouwen die hij naar eigen zeggen nooit heeft ontmoet hem nog steeds achtervolgen.
Valentine Monnier, de vrouw die recentelijk verklaarde door Polanski verkracht te zijn, zegt tot haar onthulling te zijn gekomen uit verontwaardiging over de titel van zijn film: J’Accuse, ik beschuldig. Ze stelt dat ze het niet kon verdragen dat Polanski zich identificeert met Dreyfus. In Paris Match laat Polanski desgevraagd noteren dat hij er niet over zou peinzen om zich met Dreyfus te identificeren. “Dat zou grotesk zijn.”
Wat zou Georges Picquart van dit alles hebben gevonden, denk ik dan onwillekeurig. De slotscène, waarin hij Dreyfus nog eenmaal ontmoet, toont hem als een nuchter en zeer principieel man met wie niet te marchanderen valt. Zou het hem gelukt zijn de film en de filmmaker uit elkaar te houden?
Version néerlandaise
De controverse en de Franse en Belgische protesten leidden ertoe dat distributeur Cinéart besloot J’Accuse in Nederland op een speciale manier uit te brengen. Geen censuur plegen of oordeel vellen door de film weg te houden, maar wel discussie mogelijk maken. De film zou in De Balie in Amsterdam en desgewenst ook in andere theaters alleen in combinatie met een inleiding worden vertoond.
Maar nu de corona-crisis de zalen heeft gesloten loopt het iets anders. J’Accuse beleeft op 16 april zijn première online. Daaraan voorafgaand organiseert De Balie een gesprek over deze kwestie met schrijver Jessica Durlacher dat dinsdag via de website live te volgen is. Vanaf donderdag wordt dit interview naast de film zelf op Picl gezet.