In maart van dit jaar luidde de Raad voor Cultuur de noodklok. Uniek onder de nieuwe leiding, die doorgaans uitermate volgzaam is als het over cultuurbezuinigingen gaat. Maar wat er met de muziekscholen, kindertoneelscholen, bibliotheken en amateurorkesten gebeurt, is verder geheel aan de burgers zelf, en hun gemeentebesturen. Dit antwoordt de minister aan de kamer.
In de brief, die dit weekend in de postvakjes van de kamerleden terechtkwam, stelt de minister: “Ik zal mijn inzet op het terrein van de actieve cultuurparticipatie de komende jaren handhaven en richten op het nieuwe evenwicht dat moet worden gevonden. In het bijzonder betekent dit een aangescherpte opdracht aan het FCP en het LKCA.”
Wat dit fonds cultuurparticipatie en Kenniscentrum precies moeten gaan doen, legt ze vervolgens uit: ‘…specifiek aandacht te besteden aan de verbinding met het sociale domein, en daarbinnen aan de rol van amateurverengingen.‘ (fonds) en voor het Kenniscentrum LKCA heeft ze de volgende boodschap: ‘Ik heb het LKCA gevraagd om [in de strategische agenda] nadrukkelijk aandacht te besteden aan de positie van verenigingen, in het bijzonder muziekverenigingen.‘
Daarnaast moeten beide instellingen aan het werk om dingen ‘in kaart te brengen‘. Zo gaat ze ook onderzoek laten doen naar het immaterieel erfgoed. Sprookjes, sinterklaasfeesten, dat soort dingen.
Voor de allerarmste kindertjes heeft de minister al een donatie gedaan: samen met staatssecretaris Klijnsma heeft ze ervoor gezorgd dat het Jeugdcultuurfonds de komende drie jaar een kwart miljoen extra krijgt, ‘om het bereik en de organisatie te versterken.’
Daar moet u het voorlopig maar even mee doen.
En anders kunt zich aansluiten bij uw lokale verzetsmoestuin.